Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    niet afgeven
    (ww., gaf niet af, niet afgegeven)

    niet opgeven, niet toegeven, blijven doorgaan

    zie ook niet afhouden

    De hond gaf niet af, hij bleef maar blaffen.

    Na de rust verzilverde Neymar een assist van Pato, maar Chili gaf niet af. (Sproza)

    Het peloton naderde tot op minder dan 100 meter, maar de sprinter gaf niet af en won.

    In een discussie zal de Paul nooit afgeven, al zegt iedereen dat hij ongelijk heeft.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 31 Dec 2020 17:03
    2 reactie(s)

    niet afhouden
    (ww., hield niet af, niet afgehouden)

    in de betekenis van aandringen, opdringerig zijn, doordrammen

    zie ook niet afgeven; afhouden

    Soms is da wel nen ambetante kleine, ons Fonske: as dien iet in zijne kop heeft, houdt em ni af tot hij zijn goesting krijgt.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 31 Dec 2020 17:03
    3 reactie(s)

    afhouden
    (ww., hield af, afgehouden)

    inhouden, het aftrekken of niet uitbetalen van een bepaald bedrag.

    standaardtaal in België
    zie taaladvies.net

    zie ook : afhouding; niet afhouden

    Ik moest aan haar 20€ betalen en zij aan mij 5€. Ik heb die 5€ afgehouden van mijn rekening.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 31 Dec 2020 17:02
    0 reactie(s)

    bdht-klinkerregel
    (grammatica)

    De bdht-klinkerregel is een eenvoudige grammaticale regel met verregaande gevolgen in de Zuidnederlandse dialecten, die bepaalt of er na lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voornaamwoorden een -n moet komen.

    De regel gaat als volgt:
    Als het woord dat volgt op het lidwoord, bijvoeglijk naamwoord of voornaamwoord mannelijk is en begint met een b, d, h, t of een klinker, wordt er een -n ingevoegd, bv.
    → ne + grote + auto → ne groten auto
    => ‘auto’ is mannelijk, dus moet ‘grote’ mannelijk zijn, en wordt er een -n aan toegevoegd; omdat ‘groten’ niet met een b, d, h, t of klinker begint, wordt er geen -n aan ‘ne’ toegevoegd
    → ne + oude + auto → nen ouden auto
    => ‘auto’ is mannelijk, dus moet ‘oude’ mannelijk zijn, en wordt er een -n aan toegevoegd; omdat ‘ouden’ met een klinker begint, wordt er ook nog een -n aan ‘ne’ toegevoegd

    De regel is voorts ook van toepassing op samenstellingen bestaande uit twee zelfstandige naamwoorden: als het tweede deel van de samenstelling mannelijk is en begint met een b, d, h, t of klinker, wordt er een -n ingevoegd, bv.
    → pot + dèrm = pottendarm
    → pan + koek = pannekoek
    Dit is dan ook de reden waarom de spellingsregels betreffende de ‘tussen-n’ in het Nederlands voor elke Vlaming nonsensicaal aanvoelen: ze zijn nonsensicaal.

    In sommige dialecten was de regel vroeger nog iets uitgebreider, en ging er ook een -n vooraf aan woorden die met een l of een r begosten, maar dit fenomeen is nu (zo goed als) uitgestorven.

    In het Limburgs wordt de regel niet toegepast op woorden die met een b beginnen, en is het dus niet ‘nen bakker’ maar ‘ne bakker’.

    Daarnaast wordt de bdht-klinkerregel ook in de omgekeerde richting toegepast bij onzijdige woorden. Dit wil zeggen: waar de bdht-klinkerregel bij mannelijke woorden gaat om een toevoeging van een ‘n’, gaat het bij onzijdige woorden om een verwijdering van die ‘n’. De lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voornaamwoorden die bij een onzijdig woord horen worden van hun eind-n ontdaan indien dat onzijdig woord niet met een b, d, h, t of klinker begint, bv.
    → een + klein + kind = e klei kind
    => ‘kind’ is onzijdig, dus moet ‘klein’ onzijdig zijn, en wordt de ‘n’ afgeknipt; omdat ‘klein’ niet met een b, d, h, t of klinker begint, wordt de -n van ‘een’ afgeknipt
    → da + schoon + huis = da schoon huis
    => ‘huis’ is onzijdig, dus moet ‘schoon’ onzijdig zijn, maar ‘huis’ begint met een h, dus blijft de -n van ‘schoon’ behouden

    vgl. de ‘Eifeler regel’ in het Luxemburgs en aangrenzende dialecten

    zie ook: de uitleg over accusativisme bij nen; tussen-n in combinatie met man. znw.

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 31 Dec 2020 16:56
    1 reactie(s)

    peerdemolen
    (de ~, (m.), ~s)

    paardenmolen of: draaimolen, carrousel, mallemolen, …

    Kempen: pjeiremeule
    Antwerpen: peirdemeulen

    Kinderen zitten graag op de peerdemolen, dan kunnen ze de flosj trekken en mogen dan nog ene ronde verniet.

    Die mens was peerdemeule. (zot, nie goe just)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 31 Dec 2020 08:33
    5 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.