Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    dag van de klant
    (begrip)

    laatste zaterdag van september in Vlaanderen, klanten krijgen op die dag in de meeste winkels een klein geschenkje als ze iets kopen

    sinds 2017 vervangen door weekend van de klant (eerste weekend van oktober)

    Op de dag van de klant worden de winkelstraten autovrij gemaakt.

    Tijdens de dag van de klant wordt de klant in de watten gelegd met extra kortingen op aankopen en met een kleine attentie die men van de winkelier krijgt.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 04 Oct 2020 00:47
    0 reactie(s)

    weekend van de klant
    (begrip)

    weekend waarin veel handelaars een cadeau geven aan wie er dan komt winkelen, vindt plaats het eerste weekend van oktober

    sinds 2017 de vervanging van de dag van de klant (laatste zaterdag van september)

    Sinds 2017 organiseren UNIZO, Comeos en UCM samen Weekend van de Klant, en brachten zo Dag van de Klant en Sunday Shopday samen tot een feestelijk winkelweekend in heel België. (weekendvandeklant.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 04 Oct 2020 00:46
    0 reactie(s)

    foelen
    (ww. foelde, gefoeld)

    voelen

    kprobeern mo in da koader et Noord-Westvlams te verdedigen :) ’t Is ier al al zo Z-WVL, ne mens zoet em allochtoon begunn foeln (vls.wikipedia.org)

    Regio Vlaamse Kust
    Bewerking door nthn op 03 Oct 2020 00:12
    1 reactie(s)

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    blokken
    botten
    bottinen
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    combiné
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    foelaar
    frak
    frennen
    frulleke
    fuck-me-botjes
    gaine
    gilet
    golf
    gordel
    hemd
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    kepie
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    kloef
    kloon
    knop
    kostuum
    kousen
    kousenbroek
    k-way
    lits
    maillot
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderhemd
    onderlijfke
    onderpull
    overal
    palto
    pantoffels
    pelse frak
    pitteleir
    plastron
    pots
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sacoche
    salopette
    short
    sjerp
    skibot
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    swieter
    tailleur
    tallon
    tenue
    tiret
    vellen frak
    vest
    veston
    voorschoot
    vriezebroek
    zot

    werkwoorden:
    fronsen
    opplooien
    plooien
    sletsen
    tailleren

    varia:
    afgeborsteld
    avondkledij
    coupe regentes
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    hiel
    kapstok
    mottenbol
    okselvijver
    smink
    solden
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    frak, amaai mijne ~
    Jean met de klak
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    klak, amai mijn ~
    klak, er met de ~ naar gooien
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    klonen, de ~ van iets aanhebben
    kroon, de ~ ontbloten
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen
    uit een doosje komen
    voorschoot, een ~ groot

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Oct 2020 23:51
    2 reactie(s)

    foelaar
    (de ~ (m.) , ~s)

    Sjaal die over het hoofd geknoopt wordt, meestal door oudere vrouwen.

    < Frans: foulard

    uitspraak:
    Kempen: foejaar

    zie ook verzamellemma kledij

    Mijn oma ging nooit buiten zonder haar foelaar aan te doen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Oct 2020 23:51
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.