Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aanvraag in bus of tram om bij een bepaalde bus-/tramhalte te stoppen (zonder halteaanvraag stoppen bus en tram enkel bij de eindhalte, hoewel ook die al eens wordt overgeslagen)
Vlaamse uitspraak (en vormvariant): haltaanvraag
Speciale knoppen voor halteaanvraag. De recente bussen en trams hebben een speciale drukknop voor een halte aan te vragen. (delijn.be)
De drukknop voor de halteaanvraag en de alarmdrukknop zijn uiteraard lager geplaatst, binnen het handbereik van de rolstoelgebruiker. (standaard.be)
kennis hebben (in deze betekenis verouderd in NL)
SN/NL: verkering hebben
wordt ook als deftig woord voor poepen gebruikt, in die betekenis is het ook in NL gangbaar, en daar wordt het werkwoord bovendien ook zwak vervoegd (vrijde, gevrijd)
- Wiste gij dat de die vroeger nog meteen hebben gevreeën?
- Jawadde, is ’t echt? Amai mijn oren. Dat zijn nu toch echt de laatste mensen waarvan dat ik dat zou gezegd hebben.
Ook in Vlaanderen wordt er nog steeds volop gekaart door jong en oud. Verschillende kaarttermen hebben echter andere namen dan in Nederland, en er worden ook andere, in Nederland onbekende kaartspellen gespeeld. In dit lemma bewaren we een overzicht van de Vlaamse kaartterminologie.
kaartspellen:
belot
boomke wies
broek van ’t gat
kleurenwiezen
manillen
mochelen
poepenollen
rammen
stronten
wiezen
→ abondance
→ misere/miserie
→→ blote misere
→ soloslim
→ troel
wippen
zetten
kaarten:
koeken
pijken/schuppen
zot
dam (= Franse uitspraak van ‘dame’)
koning (keuning)
troevenaas
bat/boek kaarten
varia:
afdrogen
afpakken
bloot
gewonnen zijn
handkaart
husselen
juste
kaarten op tafel
kaarting
kaartje, een ~ trekken
kaartprijskamp
kappelen
maldonne
overslag
plankierkaarter
schuffelen
tafel, de ~ plakt, plekt
trichen
Ook in Vlaanderen wordt er nog steeds volop gekaart door jong en oud. Verschillende kaarttermen hebben echter andere namen dan in Nederland, en er worden ook andere, in Nederland onbekende kaartspellen gespeeld. In dit lemma bewaren we een overzicht van de Vlaamse kaartterminologie.
kaartspellen:
belot
boomke wies
broek van ’t gat
kleurenwiezen
manillen
mochelen
poepenollen
rammen
stronten
wiezen
→ abondance
→ misere/miserie
→→ blote misere
→ soloslim
→ troel
wippen
zetten
kaarten:
koeken
pijken/schuppen
zot
dam (= Franse uitspraak van ‘dame’)
koning
troevenaas
bat/boek kaarten
varia:
afdrogen
afpakken
bloot
gewonnen zijn
handkaart
husselen
juste
kaarten op tafel
kaarting
kaartje, een ~ trekken
kaartprijskamp
kappelen
maldonne
overslag
plankierkaarter
schuffelen
tafel, de ~ plakt, plekt
trichen
bierviltje, onderleggerke
Van Dale online 2015: bierkaartje
1.(Belgisch-Nederlands, spreektaal) bierviltje
Onder een pint bier hoort een bierkaartje.
“De neerslag van haar erfenis als minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding kan op een bierkaartje neergepend worden.” (Knack 280216)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.