Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    teerling
    (de ~ (m.), ~en)

    dobbelsteen

    < Frans: terne, faire terne: ‘met drie stenen hetzelfde getal gooien’ of ‘met alle stenen drie gooien’ (onzetaal.nl/taaladvies)

    uitspraak met zware e

    Van Dale: teer·ling (dem; teerlingen; teerlinkje)
    1 (archaïsch) dobbelsteen

    2-Dice-Icon

    < andere definitie van teerling

    We beslissen wie er mag beginnen door een teerling te werpen.

    ‘Alea iacta est’ ofte de teerling is geworpen is een bekende uitspraak van de Romein Julius Caesar.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 May 2020 23:13
    3 reactie(s)

    teerling
    (de~, m., ~en)

    vlinder

    uitspraak met zware e

    gesproken in de streek tussen Sint-Niklaas en Aalst

    < andere definitie van teerling

    De bloemen zitten vol teerlingen.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 May 2020 23:13
    3 reactie(s)

    smeiren, eruit ~
    (uitdr.)

    gaan lopen

    uitspraak met zware e

    We deden belleke trek bij de pastoor en dan smeirden we eruit!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door nthn op 06 May 2020 23:13
    0 reactie(s)

    smeiren
    (smeirde, gesmeird)

    1. smeren
    2. lekker eten, zich te goed doen. zie smeir
    > In het Waasland en in de Kempen.
    3. smeiren, het roken van marihuana (Oost-Vlaanderen)
    4. er vanonder muizen, hem smeiren, het afsmeiren, het afbollen (‘m smeren’, ervandoor gaan is SN)

    uitspraak met zware e

    1. Mijne auto heb ik laten smeiren en nu smeir ik mijn boke met goeiboter en choco.

    2. Toekomende zaterdag hebben we teerfeest van de fanfare en dan gaan we er eens goed van smeiren.

    3. Smeiren: Jovi vroeg of ik een joint wou smeiren maar ik zei neen, omdat ik tegen drugs ben.

    4. Ze is hem gesmeird met heel den inboedel en de kinderen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door nthn op 06 May 2020 23:12
    0 reactie(s)

    smeir
    (de ~, (v.), geen mv.)

    zwart vet, smeer

    uitspraak met zware e

    Er hangt smeir aan mijn broekspijp van de veloketting.

    > andere betekenissen van smeir

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 May 2020 23:11
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.