Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
huilen, janken, wenen, schreeuwen
etym: onomatopee-isch van blaten; het geluid voortgebracht door een schaap
In prov. Antw. ww.: bleite, blètte, geblèt
uitdrukking: oog, dat is om een ~ uit te bleiten, gebleit
Van Dale: blèten blètte, heeft geblèt; nevenvorm van blaten
1. niet algemeen blaten
2. BE; informeel; m.n. van kinderen schreien, huilen
uitspraak met zware e
Mijn lief heeft het afgemaakt (afmaken) en ik heb een hele week zitten bleiten.
Onze Louis bleit niet als hij moet gaan slapen.
’k Hem geblet is een lieke van de Strangers.
aardbei
etsbees, jerbees, jetbees, jarrebees, jaarebees
< een oudere vorm van aarde was ‘eerde’
uitspraak met zware e
Lang leven de verse eirbezen!
SN/NL: -aar
Het Nederlands achtervoegsel ‘-aar’ is deels afkomstig van het Latijns achtervoegsel ‘-arius’, waarvan het ‘ius’-gedeelte werd achterwege gelaten. Reeds 1500 jaar geleden was het overgebleven ‘ar’ afgezwakt tot ‘er’, en is de ‘er’-vorm de enige geattesteerde vorm – tot in het Middelnederlands, waarin ‘ar’ (deze keer met een andere spelling) plots weer ten tonele verschijnt. In het Nederlands is deze ‘ar’-vorm dominant geworden, met uitzondering van woorden waarin de ‘er’-vorm volledig afgezwakt is tot een doffe e (zoals in ‘kapper’. Het Vlaams heeft een andere evolutie doormaakt en heeft bij een enorm aantal woorden de oorspronkelijkere ‘er’-vorm ofwel behouden, ofwel uit de Middelnederlandse ‘aer’-vorm nogmaals afgezwakt tot ‘er’. De uitspraak is bij de meeste sprekers ondertussen wel verschoven naar ‘eir’. Getuige van de verschillende stappen in de evolutie van dit achtervoegsel zijn de talloze Vlaamse familienamen op -eer en -eir (De Clippeleer, Dekempeneir, …).
Het West-Vlaams is dan weer in dezelfde richting als het Nederlands geëvolueerd: waar een centrale Vlaming een arme stakker bestempelt met ‘sukkeleir’, zal de West-Vlaming opteren voor ‘sukkelaar’ (weliswaar met een totaal andere uitspraak dan de doorsnee Nederlander).
zie bv. ook peerd/peird (hier is het West-Vlaams dan weer wel in dezelfde richting gegaan als het Vlaams); verzamellemma bij zware e
zie ook aard
-
SN/NL: -aar
Het Nederlands achtervoegsel ‘-aar’ is deels afkomstig van het Latijns achtervoegsel ‘-arius’, waarvan het ‘ius’-gedeelte werd achterwege gelaten. Reeds 1500 jaar geleden was het overgebleven ‘ar’ afgezwakt tot ‘er’, en is de ‘er’-vorm de enige geattesteerde vorm – tot in het Middelnederlands, waarin ‘ar’ (deze keer met een andere spelling) plots weer ten tonele verschijnt. In het Nederlands is deze ‘ar’-vorm dominant geworden, met uitzondering van woorden waarin de ‘er’-vorm volledig afgezwakt is tot een doffe e (zoals in ‘kapper’. Het Vlaams heeft een andere evolutie doormaakt en heeft bij een enorm aantal woorden de oorspronkelijkere ‘er’-vorm ofwel behouden, ofwel uit de Middelnederlandse ‘aer’-vorm nogmaals afgezwakt tot ‘er’. De uitspraak is bij de meeste sprekers ondertussen wel verschoven naar ‘eir’. Getuige van de verschillende stappen in de evolutie van dit achtervoegsel zijn de talloze Vlaamse familienamen op -eer en -eir (De Clippeleer, Dekempeneir, …).
Het West-Vlaams is dan weer in dezelfde richting als het Nederlands geëvolueerd: waar een centrale Vlaming een arme stakker bestempelt met ‘sukkeleir’, zal de West-Vlaming opteren voor ‘sukkelaar’ (weliswaar met een totaal andere uitspraak dan de doorsnee Nederlander).
zie bv. ook peerd/peird (hier is het West-Vlaams dan weer wel in dezelfde richting gegaan als het Vlaams); verzamellemma bij zware e
zie ook aard
-
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.