Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
klaar, afgewerkt, binnengehaald
zie ook: sacoche, in de ~ zijn (synoniem)
Ik heb veel moeite moeten doen om haar zover te krijgen, maar nu is ’t in de sjakosj.
Trek het u niet aan, dat komt wel in de sjakosj!
handtas
zie ook: chacoche; sjakosj, in de ~; verzamellemma kledij
Er zit teveel gerief in mijn sacoche. Ik vind mijne gsm niet.
Wacht efkes, ik pak mijne sacoche nog en dan zijn we weg.
bontjas, pelsen jas
zie ook verzamellemma kledij
Wie draagt bij zo’n weer ne velne frak?
Veel te warm daarvoor!
bontjas
zie ook pelse frak, vellen frak; verzamellemma kledij
" ‘En hebben ze alles meegenomen?’ ’Ja, zelfs de pelsen jas die mijn moeder droeg met onze plechtige communie." Liesbeth de Visscher, Bambi Bosteels (2015)
“Van binnen klinkt de stem van een vrouw: ‘Jullie twee, eruit. En jij, met de pelsen jas, jij blijft.’” Zaki, Ondeugender ouder worden (2016)
Donkerbruine echte pelsen jas voor dames, 42 cm aan de schouders. (2dehands.be)
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
blokken
botten
bottinen
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
kepie
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
kloef
kloon
knop
kostuum
kousen
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
pelse frak
pitteleir
plastron
pots
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sacoche
sletsen
sloefen
sous-pull
tailleur
tallon
tiret
vellen frak
veston
voorschoot
zot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
tailleren
varia:
afgeborsteld
avondkledij
coupe regentes
droogkast
droogkuis
gele hesjes
hiel
kapstok
okselvijver
smink
solden
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
frak, amaai mijne ~
Jean met de klak
kiekens, de ~ zitten door den draad
klak, amai mijn ~
klak, er met de ~ naar gooien
kleedje, in een nieuw ~ steken
klonen, de ~ van iets aanhebben
kroon, de ~ ontbloten
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
uit een doosje komen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.