Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
“Zorgkundige is in Vlaanderen een functie in de zorg.(…)Zorgkundigen zijn te vinden in ziekenhuizen, rust- en verzorgingsinstellingen of bij thuisverpleegkundigen, waar zij onder toezicht van een verpleegkundige toevertrouwde verpleegkundige handelingen opnemen.” (wikipdia)
google2020: .NL (90 veelal mbt .BE)
zie ook verzamellemma geneeskunde
Een zorgkundige is specifiek opgeleid om 18 verpleegkundig ondersteunende taken uit te voeren. (zorg-en-gezondheid.be)
Driekwart van de zorgkundigen zegt ook nog geen steun van verpleegkundigen of ander zorgpersoneel uit de ziekenhuizen te hebben gekregen. (hln.be)
“De zorgkundigen doen schitterend werk, maar ze hebben niet de juiste routines om die beschermingsmaterialen te gebruiken.” (radio2.be)
De Vlaming gebruikt in zijn alledaags taalgebruik ontzettend veel woorden die in het Nederlands iets anders betekenen, dan wel sterk verouderd of zelfs geheel onbekend zijn. In dit lemma houden we ne lijst bij van alle algemeen Vlaamse woorden die gebruikt worden voor te verwijzen naar familieleden, en ‘soorten’ mensen in het algemeen (gelijk: man, vrouw, kind, e.d.m.). Aan de hand van deze lijst kan een student Vlaams de betekenis van deze woorden eenvoudig achterhalen, en aldus rap mee zijn in e gesprek met moedertaalsprekers. Naast deze algemeen gebruikte woorden bestaan er ook nog tal van dialectwoorden (waarmee we enkel bedoelen dat ze slechts in een beperkte regio gekend zijn), uit praktische overwegingen nemen we deze niet op in het lemma.
algemeen:
bibi
bobon
boeleke
bruggepensioneerde
gast
jonk
jagger
jonggepensioneerde
jonkheid
jonkman
kadee
kapoen
kerstenkind
kinderken
kinneke
koppel
madam
manneke
mee
meiske
pateeke
pagadder
patotter
pee
smanspersoon
vent
vrouwmens
wijf
familie:
bobon
bomma
bompa
doopmeter
dooppeter
echteling
echtgescheiden
koekoekskind
kozijn
lief
madam
meemama
meeouder
meme
moedere
nonkel
nonkel pater
pepe
plusdochter
plusgezin
pluskind
plusmama
plusouder
pluspapa
pluszoon
schoonbroer
tant
tante nonneke
vadere
vent
wijf
zuster
-
Onder koekoekskinderen verstaan juristen die kinderen die door een biologische vader of moeder in een ander gezin worden verwekt. (standaard.be 2008)
Van Dale 2005: (gewestelijk) buitenechtelijk kind
zie ook koekoeksgraad; verzamellemma mensen
“In Vlaanderen bleek dat nogal mee te vallen: slechts 1 procent per generatie is een koekoekskind en dat cijfer is al 400 jaar stabiel.” (deredactie.be)
In 1942 werd ze in België geboren als zogenaamd koekoekskind, haar vader was een Duitse soldaat bij de Wehrmacht. Haar moeder heeft de Belgische nationaliteit. (vrt.be)
zie als het geen school is, is het kerk
.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.