Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    liereboom, lange
    (de ~ (m.), -bomen)

    1. slungel 2. naam voor de middelvinger

    ne lange liereboom

    In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door Georges Grootjans op 23 May 2025 15:33
    0 reactie(s)

    kwak
    (de ~ (m.), geen mv. stofnaam )

    jenever, graanjenever

    variant (Antw.) genevel /zj.e-nee-v.el/

    Onzen bompa had een fles kwak bij ons in de kelder staan. Iederen dag kwam hij langs om een vingerhoedje te pakken. ’s Zaterdags kreeg bomma een borrel om haar haar ermee in te smeren. Ik weet niet of die lotion goed was voor de haargroei, maar ze had niet veel meer.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 23 May 2025 15:32
    0 reactie(s)

    sjoefelen
    (ww., sjoefelde, gesjoefeld)

    knoeien

    zie ook sjoefelaar

    Hare man is zo vol van zijn eigen dat hij alles kan, met zijne mond; hij sjoefelt meer dan dat hij iets fatsoenlijk maakt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Georges Grootjans op 23 May 2025 15:29
    0 reactie(s)

    krasselen
    (zw. ww.: krasselde, gekrasseld )

    (eigenl.) onbeholpen schaatsen; krabbelen, grabbelen, zwoegen
    VD BE; in­for­meel, iteratief van krassen

    vnw
    •knoeien, een smeerboel maken
    •krabbelen, spartelen

    vgl. rechtkrasselen; opkrasselen

    Christophe Smeets ziet Torpedo krasselen en toch winnen (TITEL) (HN 29.10.08)

    “Even later krasselde de 61-jarige gewoon terug recht, kroop van de sporen het perron op.” (HLN 01.01.09)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 23 May 2025 15:29
    1 reactie(s)

    afrijfelen
    (ww., rijfelde af, afgerijfeld)

    iets snel afmaken en daardoor knoeien, afraffelen ….

    Mijn moeder is geboren in Graauw (Zeeuws Vlaanderen) en daar wordt het nog gebruikt

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt):
    Rijfelen > rijven: In Noord-Nederland thans onbekend.
    Afrijfelen: door rijfelen doen naar beneden komen (”Eenen gracht (aarden dam) afrijfelen”, Rutten (1890))
    varianten: verrijfelen, doorrijfelen, kapotrijfelen, vaneenrijfelen, wegrijfelen, uitrijfelen: uitrafelen

    Een karweitje afrijfelen.

    Regio Waasland
    Bewerking door Georges Grootjans op 23 May 2025 15:28
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.