Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van LeGrognard

    trapleerke

    trapleer (trapladder) wordt nog gebruikt in NL
    ‘leer’ niet meer in SN
    trapleerke (trapleertje) is ook geen SN, of het moet zijn dat Nederlands Limburg en – Brabant tot België gerekend worden

    Toegevoegd door LeGrognard op 18 Jun 2012 16:40

    janhagel en zijn maat

    Leekedichtjes
    X Jan Rap
    P.A. de Génestet (1829 – 1861)
    Ware er, in het gemeen, geen andere keus als tusschen rechtzinnig en lichtzinnig, ik zou liever om mijne orthodoxie voor ouderwetsch doorgaan, dan om mijn liberalisme ingehaald worden door lieden van verdachten ernst.

    Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer!
    Hij houdt niet van die vromen:
    Hij heeft „geen weerga” om de leer,
    En smaalt van „breede zoomen.”
    Hij vindt geen waren christengeest
    Bij al die fijne kwezels;
    Hij zegt „de Liefde is ’t hoogst, is ’t meest,”
    En scheldt hen uit voor Ezels.

    Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer!
    Een vijand van de vromen,
    En, ik geloof, ook niet veel meer
    Met vroomheid ingenomen.
    Jan Rap beweert, na wijs beraad,
    „’t Bestaat’ em niet in ’t bidden,”
    Maar waarin of ’t em dan bestaat,
    Dat laat hij liefst in ’t midden!

    Jan is geen knecht der wet; hij staat,
    Dus zegt hij, in de vrijheid!
    Ook, als hij t’huis komt, ’s avonds laat,
    Psalmzingt hij: Vrijheid, Blijheid!
    Jan volgt in denken en in doen
    De stem van zijn geweten,
    Maar ’t is er een van ruim fatsoen
    En, min of meer, versleten.

    Jan oordeelt – alles zonder vrees,
    Wat hij zegt staat op pooten;
    Hij weet vooral van Dominees
    Ontelbare anekdoten.
    Ook voelt Jan Rap, die menschen kent,
    Nogal zijn eigen waarde:
    Waar vindt ge zoo’n patenten vent,
    Zóó liberaal, op aarde?

    Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer!
    Een standje vol verlichting;
    Afbreken is zijn vreugd, zijn eer,
    In spotten vindt hij stichting.
    Wat knappe kop! wat diepe blik!
    Hij hangt niet aan de letter;
    Hij hangt veel meer aan eigen Ik
    En nommer Eén – die ketter!

    De waarheid heet het doel alleen
    Van dees geliefde broeder:
    Hij sierde onlangs met aardigheên
    Den Bijbel zijner moeder,
    Hij grijnst zijn kleine zusjen ân,
    Die wonderen gelooven;
    Want zijn geloof, ’t geloof van Jan,
    Staat vast en ver daarboven!

    Jan is niet kerksch; dat spreekt van–zelf,
    Hij denkt zoo heel verheven:
    „Zijn tempel is het blauw gewelf,
    „Zijn godsdienst is – zijn leven!”
    Zoek hem in ’t Zondagsmorgensuur
    Niet bij de vrome scharen!
    Hij, wel zoo goed, in Gods natuur,
    Houdt kerk en – rookt sigaren!

    Nog tegen ’t Zendingswerk vooral
    Richt Jan zijn geestigheden;
    Hij kan zijn geld – Jan is niet mal –
    Wel nuttiger besteden.
    Het krielt – verklaart hij – om ons heen
    Van Heidnen en Heidinnen:
    Bekeer die eerst! Heel fraai; alleen
    Jan moest met Jan beginnen!

    Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer!
    Lichtzinnig wel te weten:
    Zoo zijn er – ja! zoo zijn er meer,
    Die liberaal zich heeten!
    Moog Jan dès leven in mijn lied
    En heden en nadezen,
    Opdat wie ’t leze of hoore – niet
    Begeer zijn maat te wezen!



    Genestet pagina Coster pagina

    Bezorgd door Joachim Verhagen ([email protected]).
    Opmerkingen aan: [email protected].

    Toegevoegd door LeGrognard op 15 Jun 2012 20:57

    janhagel en zijn maat

    Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (4de druk)

    auteur: F.A. Stoett

    bron: F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk).

    verantwoording

    inhoudsopgave

    doorzoek de hele tekst

    downloads

    ©2003 dbnl / erven F.A. Stoett

    1020. Jan Rap en zijn maat.

    In de 17de eeuw verstond men onder Jan Rap het mindere scheepsvolk, janmaat1), ook in ’t algemeen gespuis, kanalje, rapalje,Jak en Jooi, Jut en Jul, Jan en Jut2), dat in dien tijd ook Jan Rap en zijn maat genoemd werd. Vgl. Com. Vet. 55: Ende ten waere dat, de Stuyrluy en souden Jan Rap soo mal niet broen met al heur wijse vragen, alsse nu wel doen. In den zin van gespuis vindt men Jan Rap bij Bredero II, 124; Coster, 525; Vondel III, 85; (Het) Jan Rap en zijn maat wordt aangetroffen bij Erasmus, Colloquia, 51; Bredero II, 55; Halma, 530: Jan Rap en zyn maat, ’t grauw, ’t gespuis; Sewel, 663: Jan Rap en zyn maat, ’t slegtste volk; enz. Daarnaast Jan Rappich met synen maet (bij Ogier, 128) en Jan raps maet (Coster, 499). Zie verder Ndl. Wdb. VII, 211. Wat rap in deze uitdr. beteekent is onzeker. Men zou aan het bijv. nw. rap = vlug kunnen denken, met het oog op de bet. matroos, doch gewoonlijk komt Jan Rap voor in den zin van gespuis, rapaille, weshalve ik liever denk aan rap = schurft; vgl. Kil. rappe, scabies, rappich, scabiosus; Plaiz. Kyv. 136: rappigh en slecht volkje; Antw. Idiot. 1015: rap, puist; rap en rui(g), schurftig volk (zie rut zijn). In het Mnl. Wdb. VI, 1042 wordt verband gezocht met het ww. rapen, en rap verklaard als samenraapsel, afval. Franck-v. Wijk, 535 meent dat Jan Rap deels onder invloed van ’t bnw. rap (vlug) deels van rapalje zal zijn opgekomen

    Toegevoegd door LeGrognard op 15 Jun 2012 20:54

    janhagel en zijn maat

    1.

    Janhagel
    Spreekwoorden: (1914) Janhagel,
    d.w.z. het gepeupel, de heffe des volks, het gemeene volk, hak en mak, hak en zijns gemak; sedert de 17de eeuw zeer gewoon (zie Ndl. Wdb. VII, 199). In de 17de eeuw verstond men onder dezen naam …
    Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1028.htm

    2.

    janhagel
    gepeupel, gespuis, grauw
    Gevonden op http://www.woorden-boek.nl/woord/janhagel

    3.

    JANHAGEL
    1) Brosse koek 2) Bundel 3) Crapuul 4) Crapule 5) Canaille 6) De mindere schepelingen 7) De heffe des volks (crypt.) 8) De mindere schepelingen (crypt.) 9) Falderappes 10) Gajes 11) Gemeen 12) Gepeupel 13) Gespuis 14) Kanalje 15) Koekje 16) Krapuul 17) Kanaje 18) Lekkernij 19) Pak 20) Persoonsbenami…
    Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/JANHAGEL/1

    4.

    Janhagel
    Janhagel (ook als jan hagel gespeld) is een typisch Nederlands soort koekje. Het is een klein rechthoekig koekje van speculaas met daarop grove suiker en amandelschaafsel. Trivia Jan Hagel was in de Tweede Wereldoorlog ook een scheldnaam voor Landwachters, die waren namelijk bewapend met jachtg…
    Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Janhagel

    Toegevoegd door LeGrognard op 15 Jun 2012 20:50

    erpel

    Limburg: aerpel, Dien aerpel komme oe_t (er zit een gat in je sok.

    Toegevoegd door LeGrognard op 15 Jun 2012 00:32

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.