Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
doelloos bezig zijn, prutsen
We lopen hier nu al een hele namiddag rond te desteren in de stad en we hebben nog steeds niet dat gedaan waarvoor we kwamen.
Hij is al een hele namiddag aan het desteren met die verf en zijn muur is nog niet geverfd.
vuil maken
- Miljaarde, ik heb mijn schoon wit hemd volgedesterd met saus.
- De hond heeft gans de vloer volgedesterd bij het leegeten van zijn kom.
pletten, fijnmaken;
de nadruk ligt op de eerste lettergreep
< in het woordenboek van Corn.-Vervl. (Kempen, 1899):
DEISTEREN (uitspr. dästeren) – Tot moes pletteren. Patatten deisteren. Gedeisterde patatten.
Kom, ik zal uw patatten desteren, dan kunt ge ze gemakkelijker binnen krijgen. Kijk ze zijn al gedesterd zie…
treuzelaar
zie ook dasjteren
Er zat weer een dachtereir voor mij op de snelweg.
opdienschotel bij het middagmaal voor salade aardappelen of groenten; gewoonlijk werd in de Kempen pot en pan op de tafel gezet maar als er familie kwam werd er " schoon " getafeld
zotvankeramiek.com: Anja legt uit : “PTZE is een verwijzing naar peteuze, zoals in peteuzekom. Dat is een grote kom die mama vroeger vulde met pudding of pureepatatjes voor de hele familie.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.