Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    vervriezen
    (ww., vervroos, vervrozen)

    dichtvriezen, toevriezen, vastvriezen, door en door bevrozen
    zie ook: stenen uit de grond vriezen

    MNW:
    - Een cleen rivierken, daer hi (Karel de Stoute) … gevonden wert, sijn aensicht was (l. vast) aent ijs vervrosen sijnde, Exc. Cron., Vlaanderen/Brabant, (1530)

    De zak potgrond staat nog buiten. De grond erin is bevrozen maar de zak is vervrozen, ik kan die ni meer open krijgen.

    De grendel van het poortje is vervrozen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 21 Aug 2015 19:21
    0 reactie(s)

    vriezen
    (ww. vroos, gevrozen)

    - een toestand als de temperatuur beneden het nulpunt gedaald is
    - ook bevriezen (> gewestelijk: bevroos, bevrozen), ontvriezen, vervriezen.

    De r in de verleden tijd meervoud ‘vroren’ en het verleden deelwoord ‘gevroren’ is klankwettig ontstaan door grammatische wisseling en rotacisme, zoals in (uit)verkoren bij verkiezen. De oorspronkelijke verleden tijd ‘vroos’ — nog Vlaams — werd door analogie met verloor vervangen door vroor. In het Duits is hetzelfde gebeurd en is de – r – uiteindelijk zelfs doorgedrongen in de infinitief frieren en in de vormen van de tegenwoordige tijd. ( Etym. Woordenboek)

    In de winter van 1986 waren de conservenblikjes op zolder zo hard bevrozen, tot een week na de dooi.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 21 Aug 2015 19:10
    5 reactie(s)

    vriezen
    (ww. vroos, gevrozen)

    - een toestand als de temperatuur beneden het nulpunt gedaald is
    - ook bevriezen (> gewestelijk: bevroos, bevrozen), ontvriezen, vervriezen.

    De r in de verleden tijd meervoud ‘vroren’ en het verleden deelwoord ‘gevroren’ is klankwettig ontstaan door grammatische wisseling en rotacisme, zoals in (uit)verkoren bij verkiezen. De oorspronkelijke verleden tijd ‘vroos’ — nog Vlaams — werd door analogie met verloor vervangen door vroor. In het Duits is hetzelfde gebeurd en is de – r – uiteindelijk zelfs doorgedrongen in de infinitief frieren en in de vormen van de tegenwoordige tijd. ( Etym. Woordenboek)

    In de winter van 1986 waren de conservenblikjes op zolder zo hard bevrozen, tot een week na de dooi.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 21 Aug 2015 18:50
    5 reactie(s)

    uitritsen
    (ww. ritste uit, is uitgeritst)

    uitglijden

    ook in de Kempen

    Pas maar op dat ge niet uitritst, ’t is hier gelettig, ’t heeft gevrozen (vriezen).

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 21 Aug 2015 18:33
    0 reactie(s)

    memmen
    (ww.memde, gememd )

    blijven doorzeuren over iets (idem in Limburg)
    zie ook: melken, sirken

    Van Dale 2015 online:
    1.(informeel) vervelend kletsen
    synoniem: leuteren
    2. treuzelen

    zn.: gemem
    persoon die memt: memmer, memster

    Zit daar niet te memmen, ik krijg het daar van op mijn zenuwen.

    Zeg, ge moet niet memmen he. Doe maar gewoon wat ik u gevraagd had.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 21 Aug 2015 18:25
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.