Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Huls aan een spade waarin de steel zit.
Van Dale:
dille
de; -n
(1467) ~ Ohd. tulli (buisje waarin de pijlpunt zit, pijlpunthouder)
1. buisvormig deel van een schop, spade enz., waarin de steel wordt bevestigd
vormvariant: dil
synoniem: steelhuis
De dille aan mijn spade is verroest en stuk, zodat mijne steel niet meer past.
kapot, stuk
uitspraak: zjaak
zie ook naar de jaak zijn
‘t is na jaak, zedde na content?’
< 1287 ‘kikker’
Zweeds puta (gezwollen zijn), de grondbetekenis is ‘zwellen’ (Van Dale)
uitspraak in Antwerpen: peut
Onze vijver zit vol puiten.
“Daar wipte opeens een puit vlak vóor zijnen neus uit het gras” De Mont en De Cock, Vl. Vert. (1898).
kikker, puit
Die peuten maken zoveel lawaai dat ik niet kan slapen.
verwacht of onverwacht bezoek van vrienden, familie, vreemden
Ik moet me nog van gebakjes voorzien, want deze namiddag heb ik overkomste.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.