Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Het gebrek aan consistentie stoort mij het meest van al. Den ene keer schrijft hij Hollands ‘met’, vijf woorden verder Vlaams ‘me’, infinitieven totaal willekeurig met en zonder eind-n (hij vergeet dan nog precies dat een totaal gebrek aan eind-n’en een typisch Hollands, evenals verder noordelijk, verschijnsel is dat om god weet welke reden tot op den dag van vandaag uit de geschreven standaardtaal geweerd wordt), enz. Bovendien mist hij tal van kansen om vuile Vlamismen te gebruiken (subjectsverdrievoudiging, ‘geiren’ ipv ‘graag’, ‘der’ ipv ‘er’, ‘e’ als onzijdig lidwoord, …), hetgeen erop wijst dat ondanks zijn stoerdoenerij de materie zijn petje ver te boven gaat.
Nog altijd blijft de vraag: wat er is toch in godsnaam mis met ‘ge’ en ‘gij’? Zelfs als ge geen een ander aspect van het Vlaams aanvaardt, wat is er nu toch zo verderfelijk aan het persoonlijk voornaamwoord 2e enkelvoud van acht miljoen mensen? (Nota bene de oorspronkelijke vorm, tegenover de Hollandse verbastering ‘jij’.)
Zegt ge effectief “(h)et Schijnpoort”, en dan ook pakweg “(h)et schoon Schijnpoort” of “(h)et oud Schijnpoort”?
Het komt alleszins wel meer voor dat geslachten (en uitspraken) voor bepaalde lokale dingen afwijken van de regels, dikwijls dienend als sjibbolet.
Haha, ik wist het: de uitspraak is viTAAloo, terwijl dan me wij dat direct lezen als VItalo. De viTAAloo op zijn peeDAAloo roept “yolo!”.
Allez, nog eentje voor Vlaamse uitspraak, en blijkbaar kent amper 30% van de Nederlanders überhaupt het begrip ‘pedalo’. Jepla!
Ha, die heeft hier lang op Antwerpen gestaan. Bij deze verbeterd! Gelukkig zeggen de kinders van vandaag nog geen “hoe chaat ie”.
Het probleem is dat de Nederlandse spelling niet minder dan vier verschillende e-klanken met één en dezelfste letter weergeeft, de laatste twee omdat ze in Nederland al honderden jaren niet meer bestaan en daarom dus ook geen bestaansrecht meer hadden (ah ja), de andere omdat ze, euh, ja, waarom eigenlijk? Verbazingwekkend dat er in deze streken eigenlijk nooit een beweging op gang is gekomen om de taal van het Latijns schrift te ontdoen. Een schrift ontworpen voor een enkele meer dan tweeduizend jaar oude dode taal van een andere taalfamilie met een compleet andere klankinventaris is nu niet bepaald ideaal. Zelfs de Romaanse talen hebben ondertussen allerlei andere letters in het leven moeten roepen. Maar bon, die historische vergissing rechtzetten is onbegonnen werk – stelt u eens voor dat iedereen ineens zou moeten Georgische krullekes leren neerkriebelen. Nu, die e’s:
- de doffe e (nen)
- de scherpe e (bed)
- de zachtlange e (week = 7 dagen, Engels ‘week’)
- de scherplange e (week = zwak, Engels ‘weak’)
Ge kunt per definitie geen correct Vlaams (dan wel Limburgs, …) schrijven met de beperkingen van de Nederlandse spelling (en het Latijns schrift, als ge geen vierendertig diakritische tekens wilt gebruiken): we hebben simpelweg meer klanken, die dan nog betekenisonderscheidend kunnen zijn ook. Omdat er echter geen Vlaamse spelling is (of toch geen algemeen aanvaarde), is het voor een woordenboek wel beter om ondanks haar beperkingen bij de aanvaarde Nederlandse standaardspelling te blijven.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.