Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    groenten en fruit
    (verzamellemma)

    Een Vlaming met een degelijke lochting – of een winkelkar – heeft al wel eens namen nodig om de vruchten en planten te benoemen die uiteindelijk op zijn talloor moeten terechtkomen, al dan niet na ze eerst te schellen of te pellen. Ook wanneer zijn moestuin het slachtoffer is van moeskoppen, dient hij de polies duidelijk te kunnen informeren.

    Vruchten/planten:
    patatten
    beeten
    selder, knolselder, bleekselder
    porei
    schorsenelen
    witloof; grondwitloof
    zurkel
    eierplant
    sluimererwt
    maïs
    {rijs]
    ajuin
    pijpajuin
    look
    salaad
    cresson
    sojascheut
    suikerboon
    tomat
    fraize
    pompelmoes
    appelsien
    mandarinne
    peche
    kriek
    stekelbes
    witbuik
    appelen
    binnenrode
    banaanappel

    okkernoten
    vuistnoot

    kruidnoot, muskaatnoot

    Bomen:
    abrikozelaar, appelaar, bananelaar, dadelaar, druivelaar, frambozelaar, kakilaar, kerselaar, kokosnotelaar, kriekelaar, kweeperelaar, mispelaar, notelaar, olijvelaar, perelaar, perzikelaar, pruimelaar, rozelaar, vijgelaar

    Verwerkte producten:
    fruitsap, appelsiensap, pompelmoessap, fruitsla, confituur, gelei, stoemp, fruitpap, groentepap, patattenpuree, suikerboon, seldersoep

    Varia:
    belgetarisch, bussel, crudivorisme, groentjes, zesser, twaalver, vette

    zie ook Vlaamse volgorden

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 23:42
    7 reactie(s)

    rijs
    (zn. m. uitspraakvariant)

    rijst

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: rijst: znw. vr. Met achtergevoegde t uit ouder, nog thans in Zuid-Nederland gebruikelijk rijs; vergelijk hetzelfde verschijnsel bij woorden als hulst, post (vischnaam) e.a. Middelnederlands rijs; Middelnederduits rîs; Middelhoogduits rîs, Nieuwhoogduits reis; Engels rice. De germaanse talen hebben het woord in de middeleeuwen uit het Fransch en Italiaansch overgenomen. Frans riz, italiaans riso gaan terug op volkslatijn orîza naast latijn or?za uit grieks ????, dat door middel van het Iraansch (vergelijk afghaansch vrižê) aan Oudindisch vrîhi- is ontleend.

    vgl. kas

    ook samenstellingen: rijspap, rijskoek, …

    zie ook verzamellemma groenten en fruit

    2020-03-27 19 36 25 A pot of white rice after cooking in the Franklin Farm section of Oak Hill, Fairfax County, Virginia
    Gekookte witte rijs

    De typische Chineesmop: “Vool meneel numelo dlieëndeltig met flietjes of met lijs?”

    Tiens, daarstraks stond er nog een potteke rijspap in de frigo. Wie heeft dat opgeten?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 23:41
    2 reactie(s)

    kas
    (de ~, vr. zelfst. nw. geen meerv. )

    het lijf, het lichaam (pars pro toto)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal
    Benaming voor de maag, den buik, het lichaam.
    Zijn kas (kasse; kasken) vullen, zich dik eten (Joos; Cornelissen-Vervliet; Teirlinck)
    E stuk in zij(n) kasken hebben, dronken zijn, Corn.-Vervl.
    Wa(t) naar zijn kas krijgen, verwijtingen of kijven krijgen, Ald.

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
    herkomst: mogelijk de afkorting van karkas, borstkas

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    uitdrukkingen met “kas”: zie
    kas, er zijn ~ aan vegen
    kas, het is ~
    kas, iets in zijn ~ spelen
    kas, in zijn ~ slagen
    kas, op zijn ~ krijgen
    kas, uw ~ opvreten
    kas, uw ~ volspelen
    kas, zijn ~ afdraaien
    kas, zijn ~ leegrijden

    Ge kunt u niet voorstellen wat die allemaal in zijn kas slaagt.

    Hij zit de godganse dag zijn kas op te vreten.

    > andere betekenis van kas

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 23:30
    7 reactie(s)

    met haar op
    (uitdr.)

    slecht gesproken en geschreven taal

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
    DS2015 geen standaardtaal

    wordt, voor het bedroevend niveau extra te beklemtonen, soms ook in omgekeerde volgorde gebruikt, bijvoorbeeld ‘haar met Frans op’

    zie ook: Frans met haar op

    Mijne zoon kan al goed zijne plan trekken in Brussel, het is nog Frans met haar op als hij iets moet uitleggen, maar ze verstaan hem toch!

    Dat liedje op het Eurovisiesongfestival is echt Engels met haar op, het is precies of hij zingt met een hete patat in zijn mond, zo een slechte uitspraak.

    Spaans met haar op (Brussel) – De Standaard

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 21:29
    0 reactie(s)

    mensen
    (verzamellemma)

    De Vlaming gebruikt in zijn alledaags taalgebruik ontzettend veel woorden die in het Nederlands iets anders betekenen, dan wel sterk verouderd of zelfs geheel onbekend zijn. In dit lemma houden we ne lijst bij van alle algemeen Vlaamse woorden die gebruikt worden voor te verwijzen naar familieleden, en ‘soorten’ mensen in het algemeen (gelijk: man, vrouw, kind, e.d.m.). Aan de hand van deze lijst kan een student Vlaams de betekenis van deze woorden eenvoudig achterhalen, en aldus rap mee zijn in e gesprek met moedertaalsprekers. Naast deze algemeen gebruikte woorden bestaan er ook nog tal van dialectwoorden (waarmee we enkel bedoelen dat ze slechts in een beperkte regio gekend zijn), uit praktische overwegingen nemen we deze niet op in het lemma.

    algemeen:
    bengel
    bibi
    bobon
    boeleke
    bruggepensioneerde
    gast
    jonk
    jagger
    jonggepensioneerde
    jonkheid
    jonkman
    kadee
    kapoen
    kerstenkind
    kinderken
    kinneke
    koppel
    madam
    manneke
    mee
    meiske
    pateeke
    pagadder
    patotter
    pee
    smanspersoon
    vent
    vrouwmens
    wijf

    familie:
    achternakomertje
    bobon
    bomma
    bompa
    doopmeter
    dooppeter
    echteling
    echtgescheiden
    koekoekskind
    kozijn
    lief
    madam
    meemama
    meeouder
    meme
    moedere
    nonkel
    nonkel pater
    pepe
    plusdochter
    plusgezin
    pluskind
    plusmama
    plusouder
    pluspapa
    pluszoon
    schijnkind
    schoonbroer
    tant
    tante nonneke
    vadere
    vent
    wijf
    zuster

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 21:06
    14 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.