Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    kas, uw ~ volspelen
    (uitdr.)

    goed kunnen eten
    ook: ziet ze het onder hunne neus instoempen

    zie ook: kas; kas, in zijn ~ slagen

    ook in Antwerpen, de Kempen

    Ik ken iemand die alle koffietafels afloopt, of hij de overledene nu gekend heeft of niet, gewoon om gratis zijn kas te kunnen volspelen.

    Regio Hageland
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 20:52
    2 reactie(s)

    kas, zijn ~ leegrijden
    (uitdr.)

    (wielersport) tot het uiterste gaan

    zie ook kas

    Vam Summeren heeft zondag in Parijs-Roubaix zijn kas leeggereden om zijn voorsprong te behouden en het is gelukt.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 20:52
    0 reactie(s)

    kas
    (de ~ (v.), ~sen)

    kast (meubel), ook als tweede deel van samenstellingen: keukenkas, slaapkamerkas, bureaukas…

    in uitdrukkingen:
    kas, alles uit zijn ~ halen

    Keukenkas in 2delen 2,00m lang. Bovendeel 110h. Vijf deuren. (advertentie 21/11/15)

    > andere betekenis van kas

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 20:50
    1 reactie(s)

    kas
    (de ~, vr. zelfst. nw. geen meerv. )

    het lijf, het lichaam (pars pro toto)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal
    Benaming voor de maag, den buik, het lichaam.
    Zijn kas (kasse; kasken) vullen, zich dik eten (Joos; Cornelissen-Vervliet; Teirlinck)
    E stuk in zij(n) kasken hebben, dronken zijn, Corn.-Vervl.
    Wa(t) naar zijn kas krijgen, verwijtingen of kijven krijgen, Ald.

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
    herkomst: mogelijk de afkorting van karkas, borstkas

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    uitdrukkingen met “kas”: zie
    kas, er zijn ~ aan vegen
    kas, het is ~
    kas, iets in zijn ~ spelen
    kas, in zijn ~ slagen
    kas, op zijn ~ krijgen
    kas, uw ~ opvreten
    kas, uw ~ volspelen
    kas, zijn ~ afdraaien
    kas, zijn ~ leegrijden

    Ge kunt u niet voorstellen wat die allemaal in zijn kas slaagt (kas, in zijn ~ slagen).

    Hij zit de godganse dag zijn kas op te vreten. kas, zijn ~ opvreten

    > andere betekenis van kas

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 20:50
    7 reactie(s)

    kas, de ~ spijzen
    (uitdrukking)

    de kas spekken, de kassa laten rinkelen

    zie ook spijzen

    ‘Wil je meer woorden en mogelijkheden? Neem een abonnement.’ De kas moet gespijsd worden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 20:47
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.