Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
nummerplaat van een auto of motor
< Frans: plaque d’immatriculation
West-Vlaanderen: een plakke
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Iets dat in vorm op eene snede of schijf gelijkt.
In Vlaanderen (onz. gebruikt), eveneens naar het voorbeeld van frans plaque, voor: plaat van metaal of glas. Inzonderheid: Naamplaat, plaatje met den naam van een persoon, eene straat enz. Ook de genummerde plaat van een automobiel, een rijwiel enz.
Van Dale 2014 online: gewestelijk, plaat
zie ook verzamellemma wegcode
De politie vroeg me of ik het plak van de wagen kende? (Leiestreek)
Ken je gie joen plak va joen otto? (Ken je de nummerplaat van jouw auto?) (Westhoek)
De plak van dien auto is zo smerig, als ze hem lezen, kunnen ze geen boete uitschrijven. (Antwerpse Kempen)
< andere definitie van plak
van het jaar
[’v?nd?ja:r] (uitspraak zonder de n in “den” dus)
onterecht afgekeurde datief
ook in West-Vlaanderen
Van den jaar hem (hemmen) ik veel gestudeerd.
van het jaar
[’v?nd?ja:r] (uitspraak zonder de n in “den” dus)
onterecht afgekeurde datief
ook in West-Vlaanderen
Van den jaar hem ik veel gestudeerd
SN/NL: m’n twaalfde
in tal van uitdrukkingen:
- van mijn twaalf jaar
- vanaf mijn twaalf jaar
- sinds mijn twaalf jaar
- op mijn twaalf jaar
- tot mijn twaalf jaar
- …
uiteraard met alle leeftijden van 1-111
Ik speel al toneel sinds mijn twaalf jaar. (muzotatjanabosman.blogspot.com)
Ten tweede heb ik sinds mijn achttien jaar een visuele handicap. (veto.be)
Op mijn 100 jaar loop ik ze nog allemaal voorbij. Tot mijn 91 jaar woonde ik … (kw.be)
Wel, ik ben vandaag 84 en ik zeg altijd dat ik door doe tot aan mijn 100 jaar! (radioreflex.be)
Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.
Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.
Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.
Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.
In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.
zie ook Breda, Spa: vokaalreductie
alfabetische lijst:
‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
dement: VL: dee·ment; NL: de ment
dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
essay: VL: es·sè (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
foto: VL: fo·too; NL: foo·too
fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
Jos: VL: zjos; NL: jos
junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
platform: VL: plat·form; NL: plat·form
pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
site: VL: sitte; NL: saajt
Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
Tenerife: VL: té·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang
woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.