Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hagelsteen
Van Dale 2014: (Belgisch-Nederlands)
SN-NL: hagelsteen
zie ook het weer
Het waren hagelbollen, zo groot als duiveneieren.
terug
SN-NL: weerom
Ik ben weer!
Halloooo? Ik ben weer van het dorp, waar is iedereen?
Gaat ge naar de winkel? Wanneer zijt ge weer?
Hier hebt ge uw spullen weer.
Krijg ik mijn stylo weer?
> andere betekenissen van weer
knoest in hout, war
Van Dale 2017 online: BE, niet algemeen
zie ook: wieƫr, neute, wier
uitdrukking: op een weer zitten
In die plank zitten heel wat weren.
> andere betekenissen van weer
haag
uitspraak met zware e
dikwijls geschreven als weir, wjeir
waarschijnlijk etymologisch verwant aan ‘weren’
“Ge zij van Berleir as ge … de weir scheirt mee een weirscheir” (home.scarlet.be/~keppens4/nkb_informatief/ken_berlare.htm)
“Ik zal je eens goed liggen hebben: ik zal ne keer schrabielen over ou weir peiren.” (blog.seniorennet.be/waasland_dialect/archief.php?ID=65)
> andere betekenissen van weer
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.