Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Hoge en minder hoge ribbels aangebracht dwars over het wegdek om te verhinderen dat wielertoeristen er in hoge snelheid langs kunnen.
Zie ook pelotonremmer; verzamellemma wegcode
Van Dale 2013 online: ribbelstrook:
1. weg- of trottoirstrook met reliëf, ter bevordering van de oriëntatie door blinden
2. rammelstrook
Afbeelding zie hier
Knack.be: 24 dec. 2012 – De Vlaamse overheid hoopt met ribbelstroken een einde te maken aan de klachten over het gedrag van grote groepen wielertoeristen.
(SN) 3 nov. 2011 – AutoKanaal – Tijdens de werken aan de E17 werden ribbelstroken gebruikt als project om het aantal ongevallen te doen dalen en het blijkt te werken.
De hoffelijkheidscode werd in het leven geroepen omdat ribbelstroken op de jaagpaden ook gewone fietsers hinderden en niet enkel de wielerterroristen.
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
blokken
botten
bottinen
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
kepie
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
kloef
kloon
knop
kostuum
kousen
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
pelse frak
pitteleir
plastron
pots
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sacoche
sletsen
sloefen
sous-pull
tailleur
tallon
tiret
vellen frak
vest
veston
voorschoot
zot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
tailleren
varia:
afgeborsteld
avondkledij
coupe regentes
droogkast
droogkuis
gele hesjes
hiel
kapstok
mottenbol
okselvijver
smink
solden
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
frak, amaai mijne ~
Jean met de klak
kiekens, de ~ zitten door den draad
klak, amai mijn ~
klak, er met de ~ naar gooien
kleedje, in een nieuw ~ steken
klonen, de ~ van iets aanhebben
kroon, de ~ ontbloten
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
uit een doosje komen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
colbert
(1685) ontleend aan Frans: une veste
Klik op de afbeelding
Grijze vest
zie ook Vlaamse geslachten; kledij
Voor mijn werk was het iedere dag met vest en plastron.
Mijn vest, ik heb ze aan de kapstok gehangen.
> andere betekenis van vest
Een Vlaming met een degelijke lochting – of een winkelkar – heeft al wel eens namen nodig om de vruchten en planten te benoemen die uiteindelijk op zijn talloor moeten terechtkomen, al dan niet na ze eerst te schellen of te pellen. Ook wanneer zijn moestuin het slachtoffer is van moeskoppen, dient hij de polies duidelijk te kunnen informeren.
Vruchten/planten:
patatten
selder, knolselder, bleekselder
porei
witloof
zurkel
eierplant
sluimererwten
maïs
ajuinen
pijpajuin
look
salaad
sojascheuten
suikerboonen
tomatten
fraizen
pompelmoes/-zen
appelsienen
mandarinnen
pechen
krieken
stekelbessen
witbuik
appelen
okkernoten
vuistnooten
Bomen:
abrikozelaar, appelaar, bananelaar, dadelaar, druivelaar, frambozelaar, kakilaar, kerselaar, kokosnotelaar, kriekelaar, kweeperelaar, mispelaar, notelaar, olijvelaar, perelaar, perzikelaar, pruimelaar, rozelaar, vijgelaar
Verwerkte producten:
fruitsap, appelsiensap, fruitsla, confituur, gelei, stoemp, fruitpap, groentepap, patattenpuree, suikerboon, seldersoep
Varia:
belgetarisch, crudivorisme, groentjes, zesser, twaalver
-
Het nuttigen van enkel rauw voedsel zonder vooraf te koken, te bakken, te braden, of enige andere vorm van verhitting toe te passen. De enige verwarming die mag plaatsvinden is dmv eigen lichaamstemperatuur (38°C), of een “dehydrator” (> 40°C). Wanneer de temperatuur onder de 45°C blijft, zegt de filosofie, worden alle voedingsstoffen zo goed mogelijk bewaard.
Om ze te bereiden worden technieken gebruikt zoals marineren, mixen, centrifugeren, drogen, kiemen en fermenteren. Met zout, citroensap of azijn kan ‘koud gekookt’ worden, om juist zoals bij verhitting microben in voedingsmiddelen te doden. Ook vermijdt men het gebruik van kunstmatige toevoegingen.
De voeding wordt ook ‘living food’, oftewel “levend voedsel” genoemd. Dwz, dat de vele microben, die zich van nature in die voedingsmiddelen bevinden, bij bereiding niet door verhitting gedood worden, maar blijven leven, zodat zij hun bijdrage kunnen leveren bij de spijsvertering. (wikipedia en guidea.be)
syn.: Raw-foodisme
NL: rauwarisme
zie ook verzamellemma groenten en fruit
Crudivorisme of het consumeren van álle soorten rauw voedsel is weer een nieuwe culthype.
Vele vegetariërs, veganisten, fruitariërs behoren tot de aanhangers van het crudivorisme.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.