Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    smoren
    (ww. smoorde, gesmoord)

    roken

    in die betekenis op bepaalde plaatsen aan het verouderen, bij jongere generaties heet het vaak ‘smoren’ voor wietroken en ‘roken’ voor het roken van sigaretten.

    Zie ook smoor, opsmoren, smoorder

    Frank doet megawazig als hij smoort.

    “V. zat op een stoel aan den voorgevel zijn pijp te smoren,” – uit ‘Van twee Koningskinderen’, Omer Wattez, 1896

    > andere betekenissen van smoren

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Feb 2020 11:39
    4 reactie(s)

    smoren
    (ww. smoorde, gesmoord)

    roken, dampen, rook of damp afgeven

    zie ook smoor

    In de winter smoort zelfs een verse koeiestront.

    Godverdomme, ik sta midden in de richting van de smoor van den barbecue.

    Die broodrooster staat hier te smoren, ik vrees dat de boterhammekes zwart zullen zijn.

    > andere betekenissen van smoren

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Feb 2020 11:39
    0 reactie(s)

    smoren
    (ww. smoorde, gesmoord)

    misten

    zie ook smoor, smoorachtig

    Het is nog maar augustus en het heeft ’s morgens boven de open velden al gesmoord.

    > andere betekenissen van smoren

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Feb 2020 11:39
    0 reactie(s)

    smoren
    (ww. smoorde, gesmoord)

    roken

    in die betekenis op bepaalde plaatsen aan het verouderen, bij jongere generaties heet het vaak ‘smoren’ voor wietroken en ‘roken’ voor het roken van sigaretten.

    Zie ook smoor, opsmoren, smoorder

    Frank doet megawazig als hij smoort.

    “V. zat op een stoel aan den voorgevel zijn pijp te smoren,” – uit ‘Van twee Koningskinderen’, Omer Wattez, 1896

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Feb 2020 11:38
    4 reactie(s)

    smoorder
    (de ~, (m.), ~s)

    roker

    zie ook smoren, smoor

    Smoorders op den trottoir voor een café, is een nieuw fenomeen sinds het rookverbod is ingesteld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Feb 2020 11:38
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.