Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
maandag/dinsdag/…
dagen zijn mannelijk, dus wordt ‘de’ verbogen: de maandag, den dinsdag, de woensdag, den donderdag, de vrijdag, de zaterdag en de zondag
Ze gaat den dinsdag vertrekken en de zaterdag terugkomen.
veel oudere vorm van ‘staart’, die in tal van Vlaamse dialecten nog volop wordt gebruikt
ook steert, stert
Der zit ne ronker op mij peird zijne steirt.
uitspraakvarianten van “paard”
Antwerpen: peird, perdje
Hageland: peid
Herentals: pjeid, pjedje
Leuven: pjeid
Lier: peird, perdje
Scheldeland: pojeid
Wij hebben met ons huifkar en ons peird een toertje gemaakt.
Frankrijk
Me kozen is ’t hier afgetrapt en is in Vrankryk goan weunn. (Mijn neef heeft deze omgeving verlaten en is in Frankrijk gaan wonen.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.