Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
In Antwerpen was de uitdrukking een beetje afgebrokkeld. Alleen crémaillère bleef over. Bv. “We komen naar de crémaillère als het huis af is” of “Wanneer is de crémaillère?”
De crémaillère was de metalen staaf waar de kookpot aanhing. In de staaf waren inkepingen en met een zwengel kon men de staaf lager of hoger hangen naargelang de pot dichter of verder van het vuur moest komen. In vervlogen tijden werd de crémaillère geplaatst als het huis af was en dan werd er gefeest.
In Antwerpen kennen jonge mensen het woord niet meer, wel het gebruik. Het heet nu housewarming, of zoiets.
Ja, dit geldt allemaal voor het SN.
In het Brabantse dialect was glazenmaker syn. voor langpootmug. Ook in Noord – Brabant, Nederland dus (naast glazenwasser). Omdat de beestjes altijd op de ruiten zaten misschien :)
Als een kat op iemands schoot zit, duwt ze soms met een poot op de knie van die persoon, dan met de andere poot, enzovoort. Dat noemden wij in Antwerpen ‘dabben’.
in Antwerpen aaremachtig. Daarom denk ik dat het is: arm (of eirm) + achtig.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.