Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    striepe
    (zn. v. -n)

    strepen/lijnen/groeven

    < Middelnederlands stripe; verwant is mhd. strîfe. Verwant met Streep.

    Eene koe met eene witte striepe op het voorhoofd, De Bo (1873).

    De zaak is afgesloten, ik heb er een streep onder getrokken.

    Mijn dochter lapte de ramen, ik bemerk tal van strepen.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 02 Oct 2015 16:15
    1 reactie(s)

    striepe
    (zn. v. -n)

    strepen/lijnen/groeven

    < Middelnederlands stripe; verwant is mhd. strîfe. Verwant met Streep.

    De zaak is afgesloten, ik heb er een streep onder getrokken.
    Mijn dochter lapte de ramen, ik bemerk tal van strepen.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 02 Oct 2015 16:11
    1 reactie(s)

    lakker
    (bn.)

    lekker

    WNT:Naast lekker staat lakker, een vorm die inzonderheid in Brabant in gebruik is.
    ( …)
    “Heerinck, heerinck, lackeren heerinck!” in Leuven Bijdr. 4, 353.

    Amai, da’s lakkere soep!

    Dat is een lakkere cake dat gij hebt gebakken.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 02 Oct 2015 15:56
    6 reactie(s)

    krak
    (de ~ (m.), ~ken)

    uitblinker, iemand die heel goed is in iets

    crack: VD2013 online: uitblinker op enig gebied van sport
    crack: 10x meer googlehits in VL (>27.000) dan in NL (>2400)

    < Frans crack < Eng. crack, deverbatief van to crack up: ophemelen

    Hebde gij da zelf gerepareerd? Ge zij ne krak!

    De Canvascrack, die goeie quiz, op welke post is dat nu weer?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Oct 2015 15:54
    2 reactie(s)

    eweg zijn
    (vaste woordgroep)

    weg zijn
    zie ook eweg

    Modern Vlaams: ik zen eweg: vertaling: ik ben op weg

    MNW: enweg, enwech – EWEG, WEI, W(E)IG
    bw. en tusschenw., zelden ook bnw.
    Oorspr. ontstaan uit de kopp. van het mnl. voorz. en ‘in, op’ en den vierden of derden nv. van weg
    > mnl. enwech, enwege, waarnaast ook ewech, ewege; vgl. mnd. enwech, enwege(n), mhd. in wec, enwec, enwege; oeng. aweg, onweg, neng. away; ofri. awei.
    Reeds in het mnl. ontwikkelde e(n)wech ‘op weg’ (d.i. ‘van hier, voort’) zich tot het bijw. wech, vgl. mnd. wech, hd. weg; fri. wei.
    Als grondvorm voor den eert. en thans gewest., met name in Vl.-België en vooral in de verb. wei en(de) weder geattesteerden vorm wei moet men wege aannemen; ( …) Het eveneens eert. en thans gewest., vooral in Vl.-België maar ook elders wel voorkomende eweg, dat ook in samengest. woorden nog wordt gebezigd, herinnert aan de oorspr. herkomst.

    Ik zen eweg, blijfde gelle nog? (Ik ben weg, blijven jullie nog?)
    Nee, nee, wij zijn ook direkt eweg se.

    Hij pakte zijne frak en eweg was em.

    Hij had zoveel bier gedronken dat em helemaal eweg was.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 02 Oct 2015 15:06
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.