Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
strepen/lijnen/groeven
< Middelnederlands stripe; verwant is mhd. strîfe. Verwant met Streep.
Eene koe met eene witte striepe op het voorhoofd, De Bo (1873).
De zaak is afgesloten, ik heb er een streep onder getrokken.
Mijn dochter lapte de ramen, ik bemerk tal van strepen.
strepen/lijnen/groeven
< Middelnederlands stripe; verwant is mhd. strîfe. Verwant met Streep.
De zaak is afgesloten, ik heb er een streep onder getrokken.
Mijn dochter lapte de ramen, ik bemerk tal van strepen.
lekker
WNT:Naast lekker staat lakker, een vorm die inzonderheid in Brabant in gebruik is.
( …)
“Heerinck, heerinck, lackeren heerinck!” in Leuven Bijdr. 4, 353.
Amai, da’s lakkere soep!
Dat is een lakkere cake dat gij hebt gebakken.
uitblinker, iemand die heel goed is in iets
crack: VD2013 online: uitblinker op enig gebied van sport
crack: 10x meer googlehits in VL (>27.000) dan in NL (>2400)
< Frans crack < Eng. crack, deverbatief van to crack up: ophemelen
Hebde gij da zelf gerepareerd? Ge zij ne krak!
De Canvascrack, die goeie quiz, op welke post is dat nu weer?
weg zijn
zie ook eweg
Modern Vlaams: ik zen eweg: vertaling: ik ben op weg
MNW: enweg, enwech – EWEG, WEI, W(E)IG
bw. en tusschenw., zelden ook bnw.
Oorspr. ontstaan uit de kopp. van het mnl. voorz. en ‘in, op’ en den vierden of derden nv. van weg
> mnl. enwech, enwege, waarnaast ook ewech, ewege; vgl. mnd. enwech, enwege(n), mhd. in wec, enwec, enwege; oeng. aweg, onweg, neng. away; ofri. awei.
Reeds in het mnl. ontwikkelde e(n)wech ‘op weg’ (d.i. ‘van hier, voort’) zich tot het bijw. wech, vgl. mnd. wech, hd. weg; fri. wei.
Als grondvorm voor den eert. en thans gewest., met name in Vl.-België en vooral in de verb. wei en(de) weder geattesteerden vorm wei moet men wege aannemen; ( …) Het eveneens eert. en thans gewest., vooral in Vl.-België maar ook elders wel voorkomende eweg, dat ook in samengest. woorden nog wordt gebezigd, herinnert aan de oorspr. herkomst.
Ik zen eweg, blijfde gelle nog? (Ik ben weg, blijven jullie nog?)
Nee, nee, wij zijn ook direkt eweg se.
Hij pakte zijne frak en eweg was em.
Hij had zoveel bier gedronken dat em helemaal eweg was.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.