Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    bak
    (de ~, (m.), geen mv)

    het bakken
    meestal in samenstellingen: zie wafelenbak, pannenkoekenbak, koekenbak

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    WNT: Het bakken; in Noord-Nederland niet in gebruik.
    Den bak leeren. Hij kent wel den bak, De Bo (1873)
    - het baksel: in toepassing op door bakken bereide spijzen.
    Koekebak, taartebak, wafelbak (De Bo (1873))

    Den bak had succes dees jaar. Volgend jaar terug wafelen en pannenkoeken?

    Is den bak gelukt?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2015 13:09
    0 reactie(s)

    boemel, op den ~ gaan
    (uitdr.)

    op de lappen gaan, van ’t een café naar het ander

    Als we nog eens op den boemel gaan, moeten we Charrel meenemen. Die brengt leven in de brouwerij.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2015 13:07
    4 reactie(s)

    koof
    (zn. vr. -ven)

    een mep, een slag, een boks, nen toek
    zie ook: koven

    WNT: Oorveeg.
    Koof … Klap. Soufflet, v. d. velde-sleeckx.
    Hij kreeg ’en koof om zijn ooren, corn.-vervl.

    Gij krijgt sebiet een koof in ou gezicht.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2015 01:07
    0 reactie(s)

    battaklang
    (de ~ (m.), ~en)

    (pejoratief) boel, spullen, een hoop onbeduidende zaken

    zie ook: batteklank, bataklan

    < Frans: ‘bataclan’ = rommel < waarschijnlijk gevormd door klanknabootsing

    ook in prov. Antw.

    Ze heeft hem met heel zijn battaklang buitengegooid.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2015 01:03
    0 reactie(s)

    flodder
    (de ~,(v.), m.)

    - Een meisje of jongen die graag en veel komen flodderen, knuffelen, flemen
    - Een koosnaam voor een aanhankelijk klein kindje: dim: flodderke

    zie ook: floddermie, floddergat

    Ons Nele is een flodder. Ze is op de schoot van ons oma niet weg te krijgen.

    Kom eens hier mijn klein flodderke, kom eens bij ons oma zitten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2015 00:47
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.