Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
naar het toilet gaan
zie ook bachten
Elke keer als de bomma ergens naartoe ging, moest ze eerst nog es naar achter.
naar het toilet gaan
zie bachten
Elke keer als de bomma ergens naartoe ging moest ze eerst nog es naar achter.
verplaatsbare metalen barricade voorzien van prikkeldraad, veelal gebruikt door de oproerpolitie om relschoppers tegen te houden
ook wel ‘Spaanse ruiter’ genoemd
Van Dale: Spaanse ruiter; Friese ruiter
- (militair, verouderd) met gaten doorboorde balk in welke gaten lansen of puntig geslepen stokken werden gestoken, dienend als hindernis
- houten of metalen raamwerk omwonden met prikkeldraad, dienend als hindernis
Eén tractor heeft geprobeerd door een reeks Friese ruiters te rijden. De landbouwer in kwestie werd een halt toegeroepen met het waterkanon. (deredactie.be)
Zo probeerden sommige betogers de Friese ruiters waarmee het Schumanplein was afgezet op te heffen. (deredactie.be)
soepel buikkorset, zonder baleinen
< Frans gaine
Van Dale:
gai·ne
de; -s
(na 1950) Fr.
1. elastisch buikkorset
Mijn grootmoeder droeg vroeger altijd een gaine onder haar kleedjes.
Ossenstaartsoep, “oxtail”: de dikke versie, niet de heldere bouillon
WNT: bij kodde:
Staart van een dier (meestal een hond, een varken of een koe).
- Het koddeken van ‘t verken is voor dengene die het gat kust, schuermans (1865-1870).
- Zijn kodd’ intrekken (van een hond gezegd; ook fig. voor ”beschaamd, beteuterd zijn”), teirl.
Voor Kerstavond maken we koddaard.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.