Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
op de buiten waar geen riolering was werd de menselijke ontlasting opgevangen in de aalput of beerput
De aalput werd manueel geledigd met een grote schep in de vorm van een pollepel aan een lange steel. Wat restte, noemde men de dikkaard.
dikke brij die overbleef na het ledigen van de aalput
bij De Bo (1873) ook dikkaard
in Loquela (1895) wordt moer vermeld in den zin van ”grond, dikkaard, ook van staande of loopende water gezeid”. (WNT)
Met de neus dichtgeknepen keken we afkerig over de rand naar de dikkaard die op de bodem van de aalput was blijven liggen.
boerenkar met een ton waarin de aal (urine) van runderen werd vervoerd om die op het land uit te sproeien
Het aalkarteel is hier weer voorbij gereden, ge ruikt het …
Van kinderen met sproetjes zei men dat ze met hun fietsje
achter het aalkarteel gereden hadden.
zeer vlug, vlugger dan vlug
zie ook in een wip en een gauw
ook in de Leiestreek
in een handomdraai
in een vloek en een zucht
In een aai en een draai was alles weer opgeruimd.
In een aai en een draai zat ze weer op haar fiets en was ze uit het zicht verdwenen.
uitroep van bevestiging met enige verbazing: ha!, ooo!
Uitgesproken zoals een langgerekte Franse, bijna nausale, ‘en’(zonder de n)
Een uitgesproken voorbeeld is de (door de applausmeester Jo Met De Banjo georchestreerde) ‘aah’ bij het TV-programma Blokken wanneer de jury Ben Crabbe weer eens terechtwijst.
Aaah, dat wist ik niet zenne!
Aah, zit dat zo?
Aah, had ik dat geweten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.