Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dennenboom, pijnboom, geen spar
AN: mast, mastboom, den, dennenboom
Hier in de Kempen staan der veel mastenbomen.
zonde, spijtig
Antw.: suungt, zeungde
Kempen: zunt
Da’s nu echt sun dat ik die dure vaas heb laten vallen.
pijpajuin , schaluleke, schanulleke
jonge ajuin
AN: bosui, pijpuitje, lente-ui
Als ik tegenwoordig jongjuin eet krijg ik de zeu.
WNT: geer, ook gere in Vlaanderen: van geeren, begeeren.
Thans alleen nog in gewestelijke spraak, inzonderheid in West-Vlaanderen.
Mijn geir schoot in.
Ik kreeg er goesting in, het water kwam me in de mond
WNT: geer, ook gere in Vlaanderen: van geeren, begeeren.
Verg. mhd. ger, gir, vr.Thans alleen nog in gewestelijke spraak, inzonderheid in West-Vlaanderen.
Mijn geir schoot in.
Ik kreeg er goesting in, het water kwam me in de mond
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.