Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ze is in verwachting
De overbuurvrouw heeft weer heur schorte vul, het is nummer vier.
Roeselare
pijn
Ik heb zeer aan mijn arm van gisteren te gaan bowlen.
Mama, ik heb mij zeer gedaan en ik bloei (bloeien)!
bosuitje, lente-uitje, schanulleke, schalul
dim.: pijpkes ~, pepkes ajuin
Fijn versneden pijpajuin geeft een frisse tint aan de soep.
lente-ui
zie ook pijpajuin
< verbastering van Frans échalote
“Was de schalullen en snij ze in dikke plakken. Snij de preistengels in de helft, was ze grondig en snij nogmaals in twee.
Doe de preistukken en schalullen bij de rest in de kom en giet de olijfolie erover.” (kookjij.nl)
snoepje, een bonbon zonder papieren omhulsel
vroeger maakte men spekken van gebrande suiker die op een stenen plaat, het aanrecht, werd gegoten en in vierkante stukjes werd gesneden
zie ook: spek
WNT: In het zuiden: in verschillende toepassingen op stukken snoepgoed: suikerballetje, brok, babbelaar, caramel.
- Ze kregen nu elk wat ze verlangden: een zakspiegelke, een zilveren ringje, een fleschje reukwater, de zakken vol mokken en spekken, stijn streuvels, Minneh. 1, 180 (1903)
Na het voorlezen van zijn nieuwjaarsbrief kreeg onze Jan van zijn grootvader een spekke.
Oh, ik verlang zo naar de tijd dat grootmoeder spekken bakte en me daarna op schoot nam en zei, ’kom hier mien spekke, mien keppekindje
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.