Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die verzint, bluft, spekt
syn.: spekker
zie ook spekken
> jongerentaal
- Mijn papa heeft wel ne Ferrari he!
- Ja, dat zal wel! Spekbeer!
Wat probeert ge ons nu allemaal te vertellen, gij se grote spekbeer! Gij kunt ons geen blaaskes wijsmaken zalla.
iemand die verzint, bluft, spekt
syn.: spekker
zie ook spekken
> jongerentaal
- Mijn papa heeft wel ne Ferrari he!
- Ja, dat zal wel! Spekbeer!
Wat probeert ge ons nu allemaal te vertellen, gij se grote spekbeer! Gij kunt ons geen blaaskes wijsmaken zalla.
leugen, bluf, idiotie, grap
zie ook spekken
> jongerentaal
- Ik heb honderd op honderd voor wiskunde.
- Wat ne spek! Spekbeer!
leugen, bluf, idiotie, grap
zie ook spekken
> jongerentaal
- Ik heb honderd op honderd voor wiskunde.
- Wat ne spek! Spekbeer!
Wat probeert ge ons nu allemaal te vertellen, gij se grote spekbeer! Gij kunt ons geen blaaskes wijsmaken zalla.
liegen, beuzelen, iets wijsmaken
vgl.:‘met spek schieten’
SN: iets vullen, volstoppen
Misschien dat de betekenis hiervan komt: iemand volstoppen met leugens
Amai, hij is goed aan het spekken. Dat van zijn broer kan al niet kloppen om de eenvoudige reden dat em geen broer heeft.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.