Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vers, iets nieuws;
op zijn vers = opnieuw
ook in sommige regio’s van de Kempen.
Dat is hier alle vijf voet wa vars (voet, alle vijf ~).
Veegt uw voeten af aan de opneemvod, anders moet ik op ze vars kuisen.
1. hiel van de voet of kous
2. van paarden: het achterste deel van den hoornwand van den hoef.
ook: verzen, verzenen, vessem, ves/vers, vas
Middelnederlands: versene.
Vgl. Duits: Ferse = hiel, hak
hoofdzakelijk in Brab/Antw (vessem) en Limb (vas)
WNT:
Als lichaamsdeel van pers.: hak, hiel; soms ook specifieker: hakpees, hielpees.
- Gewest., zoowel in het enk. als mv. en in alle bet., vnl. in België, meer bep. in Brab. en Antw. (inz. vessem) en in Limb. (inz. v?s); sporadisch ook in het Z. van Ndl.-Limb. (inz. ve®s) en in Zeel. (vaesj).
- Paarden: ter aanduiding van het onderste deel van een hoefijzer, ter hoogte van den hiel van den hoef.
Gewest. in Brab. als ben. voor deelen van den paardenvoet zooals vetlok (W.B.D. 1, 4, 583 b 1977), koot (W.B.D. 1, 4, 584 b 1977) of ter aanduiding van den hoef zelf (W.B.D. 1, 4, 585 a 1977).
1. Sokken strikken is niet moeilijk, alleen de vars is wat ingewikkeld.
2. Komt ook voor in een bakerversje: .. hophophop… ’t paard scheet op zijn varsen….
hiel van voet
Limburgse Kempen: vars
Zuid-Limburg: vaase
WNT:
Als lichaamsdeel van pers.: hak, hiel; soms ook specifieker: hakpees, hielpees.
- Gewest., zoowel in het enk. als mv. en in alle bet., vnl. in België, meer bep. in Brab. en Antw. (inz. vessem) en in Limb. (inz. v?s); sporadisch ook in het Z. van Ndl.-Limb. (inz. ve®s) en in Zeel. (vaesj).
- (Belg.-Brab.) Meton. ook voor het deel van een kous dat den hiel bedekt. De vessem van eene kous, CLAES, Bijv. op TUERL. 1904.
Miljaar, mijne vessem doet zeer.
Ge trapt op mijn vessemen, kom naast mij lopen i.p.v. achter mij.
de hiel van de voet of van een schoen
ook: verzen, vessem, ves/vers, vars
> Middelnederlands: versene. Vgl. Duits: Ferse = hiel, hak
WNT:
Gewest., zoowel in het enk. als mv. en in alle bet., vnl. in België, meer bep. in Brab. en Antw. (inz. vessem) en in Limb. (inz. v?s); sporadisch ook in het Z. van Ndl.-Limb. (inz. ve®s) en in Zeel. (vaesj).
Antw. Kempen: vessem
Limburgse Kempen: vars
Zuid-Limburg: vaase
Mijne schoen heeft twee vassen. ’t Is heel raar.
garendraad door het oog van de naald steken
al of niet met behulp van een vessem
< Mnd. vademen
WNT:
Gewest. in Z.-Nederl., t.w. in Kl.-Brab., Brab., Antw. Kempen (Schuerm. (1865-1870)). (Een naald) van een draad (vadem) voorzien; een draad door het oog van een naald halen.
vadem = een lengtemaat; een draad (vadem) = een snoer van een vadem lang
De vormen vasemen bij KIL. 1599. (Vaesemen. j. vesemen, vessemen) en vesemen bij HEREMANS 1869 (Vesemen, Vademen. Enfiler) kunnen beschouwd worden als overgangsvormen tusschen vademen en vessemen.
MNW:
Een draad insteken in (eene naald). Kil. vessemen een naelde, acum filo trajicere, filum inserere in foramen acus. Plant. vessemen, enfiler une esguille, acum filo trajicere, filum inserere in acum.
— Zoo nog heden in zndl. tongvallen (Antw. Idiot. 1362).
Oma: hier kleine, vessemt dezen draad er ’ns door want ik zie het niet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.