Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Onder koekoekskinderen verstaan juristen die kinderen die door een biologische vader of moeder in een ander gezin worden verwekt. (standaard.be 2008)
Van Dale 2005: (gewestelijk) buitenechtelijk kind
zie ook koekoeksgraad; verzamellemma mensen
“In Vlaanderen bleek dat nogal mee te vallen: slechts 1 procent per generatie is een koekoekskind en dat cijfer is al 400 jaar stabiel.” (deredactie.be)
In 1942 werd ze in België geboren als zogenaamd koekoekskind, haar vader was een Duitse soldaat bij de Wehrmacht. Haar moeder heeft de Belgische nationaliteit. (vrt.be)
zie als het geen school is, is het kerk
.
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kruipkot
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
politiebureau
Leuvense studententaal, verouderd
zie pandoer; verzamellemma koterij
“Broeckie rijmde liedjes en Sonske en S.B. zongen ze met kleur tot in het pandoerenkot. Oh! Dat pandoerenkot dat ons ‘n nacht planken en ‘n kliniekabsentie bracht met scheeven afloop, en als ‘dessert’ ‘n vierdubbel proces voor de correctionele rechtbank, den dag zelf van ons bombardement tot ‘docteur en médecine, chirurgie et accouchements’.” (http://laetitia-gent.be/) (zie absenties nemen)
Een man die niettegenstaande hij niet veel gestudeerd heeft een postje als bureelbediende heeft. Vroeger kon je na de lagere school onmiddellijk als bediende aan de slag.
De mensen dachten dat hij niet veel te doen had en ook niet veel verdiende.
Die pennelikker draagt wel een plastron maar verdient niet veel meer dan iemand met een overall, daar ben ik bijna zeker van.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.