Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    koekoekskind
    (zelfst. naamw. o. -eren)

    Onder koekoekskinderen verstaan juristen die kinderen die door een biologische vader of moeder in een ander gezin worden verwekt. (standaard.be 2008)

    Van Dale 2005: (gewestelijk) buitenechtelijk kind

    zie ook koekoeksgraad; verzamellemma mensen

    “In Vlaanderen bleek dat nogal mee te vallen: slechts 1 procent per generatie is een koekoekskind en dat cijfer is al 400 jaar stabiel.” (deredactie.be)

    In 1942 werd ze in België geboren als zogenaamd koekoekskind, haar vader was een Duitse soldaat bij de Wehrmacht. Haar moeder heeft de Belgische nationaliteit. (vrt.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Apr 2020 17:36
    2 reactie(s)

    school, als het geen ~ is, is het kerk
    (uitdrukking)

    zie als het geen school is, is het kerk

    .

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door nthn op 16 Apr 2020 12:50
    0 reactie(s)

    koterij
    (verzamellemma)

    De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.

    Samenstellingen:

    apenkot
    ballenkot
    bergkot
    bergingskot
    bezemkot
    buskotje
    digikot
    doempkot
    drugskot
    druppelkot
    duivenkot
    fietsenkot
    frietkot
    fritkot
    hoerenkot
    hondenkot
    houtkot
    hullekot
    jeneverkot
    kattenkot
    kiekenkot
    koffiekot
    kolenkot
    koolkot
    kruipkot
    pandoerenkot
    paskot
    platen kot
    rattekot
    rokerskot
    rommelkot
    smoorkot
    smurfenkot
    stampkot
    stemkotje
    studentenkot
    telefoonkot
    tuinkot
    vogelkot
    vogelkotje
    waskot
    wc-kot
    werkkot
    wietkot
    zottekot
    zuipkot
    zwienekot
    zwijnenkot

    Studentenjargon:
    boerenkot
    kotstudent
    kotbaas, kotmadam
    kotbaasbedrijf
    kotencomplex
    kotfuif
    kotreglement
    kotleven
    koteten en daarmee ook kotkilo’s
    kotlabel
    kotbelasting/kottaks
    luxekot

    Uitdrukkingen:
    blijf in uw kot
    dansen, mijn kot staat te ~
    kot, eerst een ~ en dan een varken
    kot, het ~ afbreken
    kot, het ~ in brand steken
    kot, het ~ is te klein
    kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
    kot, het ~ vrij hebben
    kot houden
    kot, iemand uit zijn ~ lokken
    kot, in zijn ~ blijven
    kot, op ~ gaan
    kot, op ~ zitten
    kot, uit z’n ~ komen

    Regionaal beperktere uitdrukkingen:
    Kotegem
    kot, daar hebt ge het ~
    kot, iemand naar zijn ~ rijden
    kot, er zijn ~ in hebben
    sterven op het kot
    kotje, in een ~ zitten
    vogelkotje, tegen het ~ gelopen

    zie ook kot, -erij

    > andere betekenissen van koterij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Apr 2020 12:36
    1 reactie(s)

    pandoerenkot
    (het ~,~en onz. zelfst. nw.)

    politiebureau
    Leuvense studententaal, verouderd

    zie pandoer; verzamellemma koterij

    “Broeckie rijmde liedjes en Sonske en S.B. zongen ze met kleur tot in het pandoerenkot. Oh! Dat pandoerenkot dat ons ‘n nacht planken en ‘n kliniekabsentie bracht met scheeven afloop, en als ‘dessert’ ‘n vierdubbel proces voor de correctionele rechtbank, den dag zelf van ons bombardement tot ‘docteur en médecine, chirurgie et accouchements’.” (http://laetitia-gent.be/) (zie absenties nemen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Apr 2020 12:36
    0 reactie(s)

    pennelikker
    (znw. de ~ (m.), ~s)

    Een man die niettegenstaande hij niet veel gestudeerd heeft een postje als bureelbediende heeft. Vroeger kon je na de lagere school onmiddellijk als bediende aan de slag.
    De mensen dachten dat hij niet veel te doen had en ook niet veel verdiende.

    Die pennelikker draagt wel een plastron maar verdient niet veel meer dan iemand met een overall, daar ben ik bijna zeker van.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door nthn op 16 Apr 2020 12:33
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.