Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
SN/NL: om het eerst
zie ook om ter
In de naschoolse opvang mocht mijn zoon met vijf andere kindjes lopen omtereest.
Zoals zijn noorderburen heeft ook de Vlaming tal van woorden nodig om aan te duiden waar iemand juist vandaan komt. Voor veel nationaliteiten gebruikt hij dezelfde woorden (doch dikwijls met een andere intonatie) als de Nederlanders, maar voor een deel opvallende dan weer niet, niet het minst voor zijn noorderburen zelf.
zie ook nationaliteit
?Hollander/Hollandse
Amerikaander
Duits
Indiër/Indische
Irakees
Iranees
Italiaander
Japanees
Scandinaaf
Spanjool
inwoner van Scandinavië (Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland)
vrt.taalnet: ‘Scandinaaf en Scandinaven komen vrijwel uitsluitend in het Belgisch-Nederlands voor.’
googel: .BE (>11.000) .NL (>1800)
niet in VD
SN: Scandinaviër(s)
zie ook verzamellemma nationaliteiten
We moeten het van een Scandinaaf hebben om over Vlaams een thesis te schrijven. (zie http://translationaces.host56.com/N1_2_Bjurstam.pdf)
De Vikingen waren Scandinaven die met roeiboten de Schelde opvaarden, overal de dorpen in brand staken, de vrouwen verkrachtten en de kinderen vermoordden. Dat was hetgeen wij zo ongeveer in de geschiedenislessen in ’t lager leerden. Of toch hetgeen ik onthouden heb ;)
demorgen.be: Duizenden Scandinaven zonder stroom door storm
Net als in het Nederlands betekent dit woord ook het lid zijn van een staat.
Echter, waar alle (Nederlandse) “officiële” taalinstanties het over eens lijken te zijn, is dat er een fout staat in elk van onze (Vlaamse) identiteitskaarten. Volgens deze “instanties” moet een Nederlander op de vraag “Wat is uw nationaliteit” antwoorden “Nederlandse,” als bijvoeglijk naamwoord. Deze logica volgend, zou een Belg dus moeten antwoorden “Belgische,” maar we zeggen steevast “Belg,” niet “Belgische.” Ook op onze identiteitskaart staat er “Belg.”
mogelijke reden: in het Frans zijn het zelfstandig naamwoord “Belg” en het bijv. naamwoord “Belgisch” identiek: “belge”. De administratie is lang eentalig Frans geweest in België en er werden heel wat Franse zinswendingen overgenomen.
zie ook verzamellemma nationaliteiten
Ondervrager: Dewelke is uw nationaliteit?
Staf: Ik heb de Belgische nationaliteit
Kees: Ik heb de Nederlandse nationaliteit
Ondervrager: Wat is uw nationaliteit?
Staf: Belg
Kees: Nederlandse
Ondervrager: Wat is de kleur van deze tafel?
Staf: Blauw
Kees: Blauw
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
blokken
botten
bottinen
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
kepie
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
kloef
kloon
knop
kostuum
kousen
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
pelse frak
pitteleir
plastron
pots
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sacoche
sletsen
sloefen
sous-pull
tailleur
tallon
tiret
vellen frak
veston
voorschoot
zot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
tailleren
varia:
afgeborsteld
avondkledij
coupe regentes
droogkast
droogkuis
gele hesjes
hiel
kapstok
mottenbol
okselvijver
smink
solden
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
frak, amaai mijne ~
Jean met de klak
kiekens, de ~ zitten door den draad
klak, amai mijn ~
klak, er met de ~ naar gooien
kleedje, in een nieuw ~ steken
klonen, de ~ van iets aanhebben
kroon, de ~ ontbloten
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
uit een doosje komen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.