Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    bucht
    (de ~ (m.), geen mv.)

    1) rommel
    2) afval
    3) producten en goederen van slechte kwaliteit
    4) junkfood

    AN-verwant: bocht
    Antwerpse Kempen: uitspraak boecht

    zie ook: bucht, met den ~ zitten; bucht van de Aldi

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Bocht; ZN: ook bucht, bacht, boecht
    in ZNl. m., in Fransch-Vlaanderen vr.
    Een woord, welks eigenlijke beteekenis en oorsprong in het duister schuilen. Volgens eene gissing zou het verwant zijn met (us)baugjan, keren, vegen, en dus eigenlijk: wegveegsel, uitvaagsel beteekenen. Sommige vormen van het woord, die met eene â of a, schijnen echter kwalijk met deze afleiding bestaanbaar. In Duitsche tongvallen beteekent het woord inderdaad: drek, vuilnis; soms is het woord dan moeilijk te onderscheiden van bocht, varkenskot, krib.
    VL: al wat van slechte hoedanigheid is, niet deugt, uitschot, ontuig.

    1) Ruim nu toch es de zolder op, al dien bucht mag naar het containerpark.
    2) De buren zijn verhuisd, de container vol bucht komen ze maandag ophalen.
    3) Gij verkoopt niets dan bucht.
    4) McDonalds? Is dat eten? Zo’ne bucht!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 26 Nov 2017 13:20
    11 reactie(s)

    verket
    (het ~ , -ten)

    vork

    Van Dale: ver­ket
    zelfstandig naamwoord m./v. ver­ket­ten
    1. niet al­ge­meen vork (als eet­ge­rei)

    < Woordenboek der Nederlandsche Taal: verket: variant van vorket < ontleend aan het Picardisch fourquette, evenals ferket, forket, ket, frinket
    De vormen met sj en ch zijn ontleend aan het Frans fourchette: fersjet, ferchette, forchette, forsette, versjèt

    Dinner fork on brown wood surface

    Hij eet met mes en verket.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 26 Nov 2017 13:19
    7 reactie(s)

    coiffuur
    ( het ~, ~en)

    kapsel

    < Frans: la coiffure

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: COËFFURE, znw. vr., mv. -s.
    Het frans coiffure `kapsel; hoofdbedekking’ (1694, in de verb. coiffure à boucles c. 1500), naast ouder coeffeure (voor 1528); zoo ook engels coiffure (voor 1631), incidenteel duits coiffure (begin 19de e.). Gelet op de data in de etymologische woordenboeken moet frans coiffure ouder zijn dan 1694. Eertijds ook in den vorm coëffure, een vorm die correspondeert met den ouderen vorm in het frans.

    zie ook coiffeersel, coiffeur, coifferen

    Een nief coiffuur

    De coiffeuse heeft een nieuw coupe geknipt. Wat vindt ge van mijn coiffuur?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 26 Nov 2017 13:19
    4 reactie(s)

    kabba
    (de ~ (m.), ~'s)

    boodschappentas
    zie ook: kabas

    afbeelding zie: https://dilka.xcdn.nl/artlarge/boodschappentas-lang-hengsel/article/46202202_1.jpg

    < Frans: cabas

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: kabas, voorheen ook KABASSE; daarnaast KABAAS, KARBAAS; ook wordt op vele plaatsen in Vlaamsch-België (o.a. te Gent) KABA gezegd (het woord moet dus tweemaal ontleend zijn)
    Mnl. cabas en cabaes. In Noord-Nederland althans nu niet meer gebruikelijk.

    ook in Oost-Vlaanderen

    Ben met me kabba vol groenten van de markt gekomen.

    Regio Brugs Ommeland
    Bewerking door de Bon op 26 Nov 2017 13:17
    4 reactie(s)

    kreffelen
    (ww.)

    met enige moeite klimmen, klauteren, kruipen

    ook in prov.Antw.
    Kempen: kruipen, rechtkruipen
    uitspraak: kreuffelen

    Vgl. Nl.: krabbelen, Zweeds: kravla

    oorsprong:
    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klaveren
    > klauteren, klafotteren, klauwieren, klauwieteren
    in N.-Brabant en Vlaamsch België: KLAFEREN
    gewestel.: KLEVEREN
    In Westel. N.-Brab. en in deelen van Vlaamsch België: KLEFFEREN
    Zich met armen en handen, knieën, voeten —, van dieren: met de voorste en achterste ledematen en, bij katachtige dieren, met behulp van nagels, klauwen, in iets (boom, paal) —, tegen iets op, — behendig of moeizaam — omhoog werken. Als een woord van de eigenlijke volkstaal: boven den Moerdijk onbekend en niet in gebruik, en, bij Hollandsche auteurs: uit het Zuiden ontleend.
    Klaferen, voor klaveren (Antw.), in Br. en de Kemp. zegt men klefferen, ook kreffelen, schuerm. 1865-1870

    Met veel problemen kreffelde hij den dam op.

    Die baby kreffelt rap door huis.

    Den bokser kreffelde trug recht! De bokser krabbelde weer overeind!

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 26 Nov 2017 13:14
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.