Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bijna, ongeveer, het scheelt weinig (of…)
zie ook: ver, verre
Van Dale: gewestelijk: nagenoeg, bijna
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Uitsluitend gewestelijk, m.n. in Vl.-België, O.-Brab. en Limb.,
in die zin van: is ’t nu wijd gedaan met…, of dubbel: is ’t nu bekanst wijd gedaan met….
ook in de prov. Antwerpen
Is dat nu verdorie bekanst wijd gedaan met dat ruzie maken?
Kom we gaan naar huis, dat feest is hier wijd gedaan.
Gewend worden, gewoon worden, ermee kunnen leven.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In den zin van ”gedijen” ook van abstracte zaken gezegd.
Als ’t Meysjen selver vrijt, sal ’t vryen selden aerden, (1622).
De duitsche looptijdingen moghen hier niet aertten, (1630).
Ik zal het nooit kunnen aarden dat mijn beste vriend met mijn vrouw weg is.
Hij kan het samenleven niet aarden. Hij is te lang alleen geweest en heeft altijd zijn goesting kunnen doen. Nu moet hij de wensen van haar kunnen aarden en dat is moeilijker.
1) hoge dunk, streken verkopen, een air hebben
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, joos (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, corn.-vervl. (1903).
— Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, joos (1900-1904).
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot, vgl gesten hebben
2) iemands zjaar, iemand zijn genre
passend bij, iemands stijl, voorkeur
zonder grootsheid
1) Hij heeft nogal wat zjaar bij.
2) Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
voorlopig vastnaaien, driegen met driegdraad
Woordenboek der Nederlandsche Taal: troggelen, trochelen, Truggelen: de vorm met – ch – is de oudste.
Met groote steken voorloopig aan elkaar naaien, rijgen; los en slordig aan elkaar zetten, slordig naaien, stoppen of breien.
In Z.-Nederl. en Limb.
Trochelen j. drieghen. Leviter consuere, Kiliaan (1588).
Als ge een rok of kleed wilt ommaken, moet ge de zoom eerst trochelen. (lokale uitspr.: troëchele)
kermis
< Frans: foire < Latijn feria = feest
volgens Van Dale 2016 BE verouderd
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Alleen in Z.-Ndl.
zie ook halfvastenfoor, handelsfoor, foorwijf, trukken van de foor, Sinksenfoor, meifoor, paasfoor, foeër, foorkramer, foorpastoor, Leuven foor, zo zot als ~
Op de foor zijn we naar de botsauto’s geweest.
De Sinksenfoor is een kermis die jaarlijks rond Sinksen in Antwerpen wordt gehouden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
