Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    floddermie
    (zn. v.)

    een meisje dat graag en veel floddert

    zie ook floddergat; mie

    Toen de benen van den bompa zeer begonnen te doen van ’t gewicht kroop die floddermie op de schoot van de bomma en begon daar direct aan de knopkes van haar kleed te frutselen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2015 19:47
    0 reactie(s)

    flodderaar
    (zn. m.; ~s)

    iemand die veel floddert (flodderen in de betekenis van knuffelen)

    het mv. flodderaars kan voor zowel mannelijke personen als voor mannelijke en vrouwelijke personen samen, gebruikt worden

    vr: flodderaarster, flodderbees, floddertrees, floddergat, floddermie, flodder

    Hageland: fletsbeus, fletsdoos
    Leuven: fleiboad
    Limburgse Kempen: fletsbroek

    Toen onze Jeroen klein was, was dat een echte flodderaar. Dan kwam hem zijn eigen in uw schoot nestelen, ene arm rond uw nek en dan maar tutteren op zijn duim.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2015 19:44
    0 reactie(s)

    flodderaar
    (zn. m.; ~s)

    iemand die veel floddert (flodderen in de betekenis van knuffelen)

    het mv. flodderaars kan voor zowel mannelijke personen als voor mannelijke en vrouwelijke personen samen, gebruikt worden

    vr: flodderaarster, flodderbees, floddertrees, floddergat, floddermie, flodder

    Hageland: fletsbeus, fletsdoos
    Leuven: fleiboad
    Limburgse Kempen: fletsbroek

    VD online: gewestelijk

    WNT: flodderaar:
    vleier, fleemer, in Z.-Ndl. (”Indien L. iets meer levenslust en moed bezat dan zijn oudere broer, was S. zoo’n floddereer en zoo fijn van geest, dat men hem moest beminnen,” belpaire, Landlev. 100 1902)

    Toen onze Jeroen klein was, was dat een echte flodderaar. Dan kwam hem zijn eigen in uw schoot nestelen, ene arm rond uw nek en dan maar tutteren op zijn duim.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2015 19:42
    0 reactie(s)

    flodderen
    (ww. flodderde, geflodderd)

    knuffelen, liefkozen
    zie ook: fledderen, fletsen, feesten, flodderaar

    “De kat komt bij mij flodderen en is echt weg van mij (terwijl het anders een heel schuwe kat is).” (awel.be)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2015 19:38
    1 reactie(s)

    bakfietsbobo
    (zn. m. -s)

    een bobo die met een bakfiets rijdt (hoofdzakelijk in het Antwerpse Zurenborg)
    De benaming wordt toegeschreven aan Bart De Wever.
    synoniem: bakfietsvlaming

    “Tegen die elite wordt gezegd: ‘Er is een wereld daarbuiten die jullie niet begrijpen.’ Een wereld van gewone Afrikanen, Chinezen of Indiërs met hun eigen waarden, of een wereld van gewone Vlamingen, die al even weinig boodschap hebben aan de o-zo-superieure ethiek van de bakfietsbobo.” (tomnaegels.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2015 18:36
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.