Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
heel den hannekesnest = heel het hebben en houden, al de bezittingen, al de rommel
Oorsprong: de nest van een hanne, hannik. Een ekster brengt de meest onmogelijkste, meestal blinkende, voorwerpen naar haar nest.
Heel den bazaar, al zijnen boecht, gans den hannekensnest moest opgeladen worden. Daar moeten we twee keer voor rijden.
Maar man, wat een hannekesnest is uw slaapkamer nu toch!
ekster
VD2014 online: (gewestelijk) tamme ekster
zie ook hannik
Zo ne hanne pikt alles wat blinkt, maar ook de eieren komt hij uit het kippenhok stelen.
“nen annewuiten” is een Vlaamse gaai
< van hanne, tamme ekster + wuiten, Vlaamse gaai
Nen annewuiten is ne smeirlap, die hoalt klaane vogelkes uit de neisten.
(Een annewuiten is een smeerlap, die haalt kleine vogeltjes uit hun nesten)
de oude pluimen of haren verliezen, ruien
VD online: (gewestelijk), ruien
West-Vl. muiten
WNT: ruiven: Het in Zuid-Nederlands van ouds gebruikelijke woord voor het in Noord-Nederland gebezigde Ruien. Bij Plantijn (1573) en Kiliaan zoekt men ruyden of ruyen tevergeefs; men vindt daar ruyven, dat nog in Zuid-Nederland bekend is.
Oorsprong onbekend.
Als onze kippen ruiven leggen ze geen eieren.
Een puppy van 9 weken ruift nog niet. Vanaf dat hij 1 jaar is, begint dat; met de lente en met de herfst.
op de baan, op weg zijn van huis
ook in het Antwerpse
We zijn weer eens op schok.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.