Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Merci, Bon, zover had ik nog niet gezocht!
Voor mij is het altijd vrouwelijk (of zijn de naamvallen bewaard gebleven) in vaste uitdrukkingen gelijk “‘t is iet aan d’hand” of “z’hebben ‘t ni meer in d’hand”, daarbuiten gebruik ik het volgens mij altijd onzijdig.
Hand: volgens mij in het Vlaams zowel vrouwelijk als onzijdig.
De zoekresultaten voor een aantal ongewone afleidingen op -baar lijken mijn ingeving alvast volledig tegen te spreken, er zijn dikwijls 10-20x zo veel resultaten voor de afleiding in .NL als in .BE…
Ik meen eens een gedacht gehad te hebben dat ge in het Vlaams in het algemeen gemakkelijker een afleiding op -baar gebruikt dan in het Nederlands, waar ze liever te + ww zeggen. Of dat die ingeving effectief klopt is iets anders.
Bij nader inzien loopt die vergelijking met het Engels en het Frans mank, want het is ‘gaan’ dat in de infinitiefvorm staat en het hoofdwerkwoord dat in de imperatiefvorm blijft, terwijl het in het Frans ‘gaan’ is dat vervoegd wordt en het hoofdwerkwoord dat in de infinitief blijft. In het Engels kan het feitelijk eender wat zijn, want praktisch alle werkwoordsvormen zijn daar gelijk aan de infinitief. Het moet dus toch om een bijzonder Vlaams fenomeen gaan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.