Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de groei stoppen
zie was, zijn ~ verliezen; was, in de ~
Zo’n jong manneke mag toch niet smoren zeker! Dat breekt zijne was nog.
in de groei
het werkwoord ‘wassen’ (en het daaruit afgeleid zelfstandig naamwoord ‘was’) is afkomstig van twee verschillende werkwoorden:
Van Dale: Vaak in de verbinding in den was (zijn e.d.). Is verouderd maar gewestelijk nog aangetroffen toep.
WNT:
Het groeien (als organisch proces); het toenemen in grootte (t.w. in lengte en omvang); groei.
De 3 tienerzonen van mijn schoonzuster zijn volop in hunne was.
Het paprikazaadje is uiteindelijk toch in de was geraakt.
Stilaan komt dat plantje in de was.
Ligzetel op het strand.
Opplooibaar.
→ de uitgangen and en ant van Franse leenwoorden worden aan de kust steeds als ang uitgesproken
< Frans: fauteuil pliant (plier is plooien, opvouwen)
Waar is mijn pliang naartoe? Ik wil naar het strand!
van kindsbeen af, van toen iemand heel klein was
ook: van kleinsaf aan: vanaf toen iemand klein was
Van Dale:·
van klein af; (gewestelijk) van kleins af
van kindsbeen af
West-Vlaanderen: kleens, van ~ af
Van kleinsaf al kon mijn dochter vals zijn toen ze naar haar voeten kreeg omdat ze iets mispeuterd had.
Van kleinsaf aan kon ze haar vader rond hare vinger winden.
van kindsbeen af, van toen iemand heel klein was
ook: van kleinsaf aan: vanaf toen iemand klein was
Van Dale:·
van klein af; (gewestelijk) van kleins af
van kindsbeen af
West-Vlaanderen: kleens, van ~ af
Van kleinsaf al kon mijn dochter vals zijn toen ze naar haar voeten kreeg omdat ze iets mispeuterd had.
Van kleinsaf aan kon ze haar vader rond hare vinger winden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.