Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
van kindsbeen af
zie ook kleen; kleinsaf, van ~
Hij zat al in de boeken te snuisteren, van kleensaf.
geit, zowel de soort als het vrouwtje
ook nog in Oost-Vlaanderen
uitspraak met scherplange e, dus klinkt meestal als giëte/giëde (O-Vl), gjeete (W-Vl), geite (kust)
’k stoan mè men èène bèèn in e hèèle tèèle hèètevlèès en mè me klèène tèèn in de woaterstèèn mè zèèwoater. (Oostendse spotrijm)
Echte gêetn of geweune gêetn (Capra) zyn e geslacht van eevnhoevigen uut de familie van de holhôornigen, woarin dan oek de antiloopn, runders en schoapn zittn. (vls.wikipedia.org)
klein
uitspraak met scherplange e, dus klinkt meestal als kljeen(e) (W-Vl), klein(e) (kust)
zie ook kleens, van ~ af; kleinder
Krabbn eetn plantn, worms, schelpbêestn, zêesterren, klêne vissn, andere klêne bêestjes en surtout oas. (vls.wikipedia.org)
Het gebruik van het lidwoord ‘e’ is aan de kust algemeen voor zowel mannelijke, vrouwelijke als onzijdige naamwoorden, dit in tegenstelling tot vrijwel alle andere Vlaamse dialecten, waar ‘e’ enkel voor onzijdige naamwoorden wordt gebruikt.
Bovendien gelijkt de manier waarop ‘e’ (en bij uitbreiding verbuiging in het algemeen) in de kustdialecten wordt gebruikt zeer sterk op het gebruik van ‘a’ en ‘an’ in het Engels: wanneer het op ‘e’ volgende woord begint met een klinker (of een h, die zoals in de meeste Vlaamse dialecten nooit wordt uitgesproken), wordt het ‘een’. Bijvoorbeeld:
e vint – a man
e wuf – a woman/wife
een hôog huus – a high house (in Engelse dialecten waar de h niet wordt uitgesproken: an high house)
een hekse – a witch
…
Soms wordt hierbij ook gebruik gemaakt van de bdht-klinkerregel, mogelijk onder invloed van alle andere dialecten in West-Vlaanderen en daarbuiten, die de bdht-klinkerregel altijd volgen.
> ander gebruik van e
Ook de Vlaming moet op tijd en stond eens zijn woonst verlaten en hem in het openbaar begeven. Om van punt A naar punt B te geraken, moet hij een beroep doen op de wegcode, maar die verschilt in het Vlaams aanzienlijk van het Nederlands. In dit lemma bewaren we een overzicht van alle essentiële en minder essentiële terminologie en uitdrukkingen m.b.t. wegen en verkeer.
voertuigen:
automatic
cabriard
camion
camionette
clark
crèmekar
decapotabel
geit
hollandse mercedes
hoogtestapelaar
ministadswagen
mobilhome
moto
motocyclette
opligger
otto
plooivelo
trottinette
velo
vlieger
volumewagen
vorklift
wagen
warmeluchtballon
wegen:
afdraai
autostrade
baan
baanvak
buurtweg
drievaksbaan
egelwegel
fietsostrade
gemeenteweg
gracht
heirbaan
kasseibaan
kasseiweg
kerkwegel
macadam
middenvak
ovalen punt
ovonde
pechstrook
pelotonremmer
premetro
ribbelstrook
rijbaan
rijvak
rondpunt
tarmac
trage weg
trottoir
tunnelkoker
tweevaksbaan
vak
velostrade
viervaksbaan
voetpad
wegel
wegenis
parking:
betaalparking
carpoolparking
overloopparking
overstapparking
parkingplaats
pendelparking
privéparking
randparking
voorstadsparking
auto-onderdelen:
achterruitontdooiing
baarchoc
bache
bielle
boîte
chappement
embrayage
faar
frein
gardeboe
groene nummerplaat
guidon
handelaarsplaat
kilometriek
moteur
naft
naftbak
naftstop
nummerplaat
petrol
pinker
pinklicht
plak
ressort
slijklap
vervangstuk
vis platinées
vitesse
vitessepook
voorruitontdooiing
wisselstuk
z-plaat
velo-onderdelen:
fietszak
frein
slijklap
soupape
staander
varia:
aan de klap
accident
accordeonfile
achter de hoek
afdraaien
amortisseur
auto-accident
autoconstructeur
autocontrole
baancafé
baandancing
baanhotel
baanrestaurant
baanwinkel
baan, onder de ~
banden leggen
banden steken
bedding
bedrijfswagen
belauto
betalend parkeren
blokrijden
bluts
blutsen
Bob
bollen
bushinder
cabrioleren
camion, van de ~ gevallen
copiloot
corijder
De Lijn
depanneren
doorvlammen
dwarsen
een rijdende doodskist
eindstatie
embrayeren
ertegen plakken
filegolf
firmawagen
garagepoort
garagist
gat, in iemands ~ zitten
halt
herspuiten
het hol van Pluto
hoffelijkheidscode
ijsgang
janettenbak
kaartjesknipper
keuring
kreukelpaal
lage-emissiezone
langs
lichten
loonwagen
maleur
maneuver
middenstatie
middenvakrijder
mobiliteitsknoop
monovolume
motard
NMBS
occasie
octopuspaal
octopusplan
omlegging
op den trein, tram, velo
pikkel
pinken
pinkers opzetten
platten band
Porschist
rijmplek
rittenkaart
rood licht
schouwing
schouwingsbewijs
sjieken bak
smijten, alles dicht ~
sneeuwschuifelen
sortie
stadsnet
statie
stationeren
stelplaats
terminus
trambedding
treinbedding
treinbegeleider
TreinTramBus
uitblutsen
uitbollen
veldvitesse
verbodsteken
verdwaalde reiziger
verkeersaccident
verkeersbelasting
verkeerscode
verkeershinder
verkeersinbreuk
verkeerswisselaar
Vespist
Vlaamse Thalys
vlammen
voorbijsteken
waar men gaat langs Vlaamse wegen
wegbollen
wegeniswerken
wegenwerken
wet betreffende de politie over het wegverkeer
wielertoerist
zwieren, op de bon ~
> andere betekenis van wegcode
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.