Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
In delen van Vlaanderen (met name Antwerpen en Vlaams-Brabant; in Limburg gebruikt men dit NIET) wordt Limburg vaak met een lidwoord verbonden en spreekt men van “de Limburg”.
Dit tot grote ergernis van vele Limburgers (er bestaat zelfs een facebookgroep over)
Zijde gij van de Limburg?
die (mannelijk)
mogelijk ontstaan naar analogie met de mannelijke datief-/accusatiefuitgang voor bijvoeglijke naamwoorden, die in het hedendaags Vlaams de standaarduitgang is geworden, zie vbzin nr. 3
Diene vent.
Tis den dienen dien ’t gedaan heeft.
Dienen onnozelen johnny is daar weer.
maanden, enkelvoudvorm “maand” wordt gebruikt om meervoud “maanden” aan te geven
zie ook keer, keren
Hij heeft drie maand opzeg.
drie keren; SN: drie keer
veel keer; SN vele keren
VD95 (gew.) eens of als versterking van eens: Dat moet maar eens een keer ophouden
zie ook maand
Ze had twee keren gebeld maar ze kwamen niet opendoen.
Hoeveel keer heb ik dat nu al gezegd?
Och, ik ben daar veel keer geweest zenne, maar het is al wel lang geleden.
Ge moet u een keer afvragen ofdat ge niet teveel van uwe zoon geeist hebt. (Ge moet u eens afvragen…)
Wacht eens een keer! (wacht eens even!)
Allez, ik ben ermee weg. Tot nog ne keer. (Tot nog eens)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.